Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind
Reactie
| Naam | Anoniem |
|---|---|
| Plaats | Julianadorp |
| Datum | 7 januari 2021 |
Vraag1
Hoe beziet u het voorstel voor nieuwe bevoegdheden, mogelijk ook met het oog op arbeidsmarktperspectief? En moeten bekwaamheidseisen hierop aangepast worden? Zo ja, hoe?Als dit een keuze opleiding wordt is het helemaal prima. Maar als het bij sommige scholen inplaats van de breed geschoolde pabo komt, dan ben ik tegen. Het is niet voor iedereen, op vrij jonge leeftijd nog als ze beginnen, duidelijk waar hun kracht ligt. Kleuters onderwijzen lijkt misschien niks, maar na een stage kan dit helemaal om slaan.
Als je verplicht wordt te kiezen kom je hier ook niet meer mee in aanraking.
Voor de mensen bij wie het heel duidelijk al is waar hun absolute voorkeur is, zou een gespecialiseerde richting meer kennis over deze groep op leveren en dat is positief.
Maar in plaats van een hele aparte opleiding kan er ook gedacht worden aan: flexibeler omgaan met stageplekken. Er zou een mogelijkheid moeten zijn om te kiezen waar je begint met je stage, of je stages korter maken zodat je een groep die je minder ligt, niet een half jaar hoeft te volgen.
Vraag2
Welke leeftijdsgrens (of jaarlaag-grens) zou u hanteren voor het jonge en het oudere kind – en waarom? Of op welke manier zou u dit willen bepalen?Vanaf groep 5 ga je naar mijn idee richting het oudere kind. Tot en met groep 4 leer je vooral de basis aan en vanaf grope 5 wordt het aanbod en de moeilijkheid flink uitgebreid.
Vraag3
Vindt u het nodig om de toelatingseisen voor de pabo aan te passen aan de nieuwe bevoegdheden? Zo ja, hoe zou u deze willen vormgeven?De toelatingseisen zouden meer persoonsgericht moeten zijn en niet cijfergericht.
Als je bijv geen interesse of feeling voor aardrijkskunde hebt, wil dat niet zeggen dat je geen goede leerkracht kan worden.
Vraag4
Heeft u nog aandachtspunten bij het moment van inwerkingtreding van wetgeving per studiejaar 2022-2023?Zorgen dat de keuze voor een brede pabo in elke onderwijsinstelling blijft en leerlingen dus niet verder moeten reizen als ze nog niet willen kiezen.