Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind

Reactie

Naam postactief lid van de AOb (Drs. D.H.J. Tolsma)
Plaats Boxmeer
Datum 30 januari 2021

Vraag1

Hoe beziet u het voorstel voor nieuwe bevoegdheden, mogelijk ook met het oog op arbeidsmarktperspectief? En moeten bekwaamheidseisen hierop aangepast worden? Zo ja, hoe?
Tot en met 1985 konden a.s. leerkrachten naar de KLOS om "kleuterleidster" te worden en naar de Pedagogische Academie om leerkracht te worden op een lagere school. Bij de invoering van het basisonderwijs (in 1985) werden in feite alle bevoegdheden 'op één hoop' gegooid en "moest" iedereen inzetbaar zijn voor groep 1 t/m 8. Als voormalig schooldirecteur (tot 2011) heb ik dit altijd belachelijk gevonden, omdat ik in de praktijk zag, dat sommige collega's doodongelukkig waren met deze zgn. "brede inzetbaarheid". Integendeel : men had zowel gevoelsmatig, als beroepsmatig een voorkeur voor bepaald leeftijdsgroepen. Ik ben voorstanden van brede bekwaamheidseisen, zodat men 'later in de loopbaan' alsnog een switch kan maken van bijvoorbeeld onderbouw naar bovenbouw of naar middenmanagement of managementfuncties. Om relatieve rust in het onderwijs te houden (volgens mij al meer dan 50 jaar niet mogelijk....), lijkt het mij niet verstandig bekwaamheidseisen uit te breiden. Laat men eerst eens een aantal jaren werken met het huidige eisenpakket, taakbeleid, differentiatie, gedragsproblematieken etc. etc. Sterkte !!

Vraag2

Welke leeftijdsgrens (of jaarlaag-grens) zou u hanteren voor het jonge en het oudere kind – en waarom? Of op welke manier zou u dit willen bepalen?
Aanvullend op mijn opmerkingen m.b.t. vraag 1 pleit ik voor 'eerherstel' van de onderbouw (groep 1-3 of groep 1-4) en de bovenbouw, gerekend vanaf groep 5. Ik zou dit willen bepalen (als ik daartoe bevoegd zou zijn) door het onderwijskundig/didactisch curriculum van de PABO hierop af te stemmen en om ook de inzetbaarheid voor de groepen 5 tot en met 8 mogelijk te maken door aanvullende modules. Ik zou alle studenten (of zij nu voor de OB of de BB kiezen) een gelijkwaardige opleiding voor de pedagogische en psychologische (naast de algemene) vakken aanbieden, maar een didactische differentiatie inpassen, zoals bovenstaand gemotiveerd.

Vraag3

Vindt u het nodig om de toelatingseisen voor de pabo aan te passen aan de nieuwe bevoegdheden? Zo ja, hoe zou u deze willen vormgeven?
Neen. Ik zou geen onderscheid willen maken in de toelatingseisen voor de PABO. Onbewust en ongewild krijg je dan dezelfde "discriminatoire problemen" als ten tijde van resp. de KLOS en de PA, zowel in 'maatschappelijk aanzien', als met betrekking tot salarisschalen (dit verschil moet je niet willen en als Bond ook niet steunen, als daar vanuit de politiek - meestal om budgettaire redenen - voorstellen voor gedaan worden. Een voorbeeld van deze (destijds) "discriminatie" : leerkrachten met een KLOS-achtergrond moesten een schooljaar lang (om de 2 weken) een aanvullende opleiding volgen om ingezet te kunnen worden in de groepen 3 tot en met 8, terwijl leerkrachten van die groepen zonder aanvullende opleiding ingezet 'moesten kunnen worden' in de kleutergroepen (terwijl het lesgeven aan die groepen echt een 'vak apart' is, waarvoor hulde voor de leerkrachten !).

Vraag4

Heeft u nog aandachtspunten bij het moment van inwerkingtreding van wetgeving per studiejaar 2022-2023?
Deze vraag kan ik helaas niet beantwoorden, omdat ik reeds een aantal jaren met pensioen ben (dat had u natuurlijk al gemerkt ...) en wat verder van de daadwerkelijke onderwijspraktijk af sta, zij het niet minder betrokken.