Instructieregel permanente bewoning recreatiewoningen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 20 juli 2025

Vraag1

Hoe kijkt u(w organisatie) aan tegen dit voornemen en de bijbehorende voorwaarden?
Wij danken u voor de mogelijkheid van deze internetconsultatie. Wij onderschrijven de maatschappelijke noodzaak van deze instructieregel. Wel willen we aandacht vragen voor een uitbreiding, die we hieronder beschrijven. Met deze uitbreiding ontstaat een eerlijker balans tussen handhaving, menselijke maat, eigendomsrecht en de geest van het wetsvoorstel: het oplossen van woonproblemen zonder precedentwerking, én met oog voor redelijkheid.
Wat voor ons wringt, is dat het wetsvoorstel uitsluitend geldt voor bewoners die zich vóór 16 mei 2024 reeds in strijd met het bestemmingsplan permanent in een recreatiewoning bevonden. Terwijl degene die zich aan de regels hebben gehouden buiten de regeling vallen. Deze ongelijke behandeling voelt onrechtvaardig en lijkt haaks te staan op het gelijkheidsbeginsel, juist omdat wetsovertreding in dit kader wordt “beloond” met bescherming, terwijl naleving leidt tot uitsluiting.
Wij vragen u daarom het volgende te overwegen:
1) Breid de regeling uit naar personen die (tijdelijk) persoonsgebonden bewoning aanvragen onder toetsbare ruimhartige voorwaarden zoals :
a) de woning voldoet aan bouwkundige minimumeisen (Bouwbesluit)
b) er sprake is van aantoonbare binding met het perceel (zoals eigendom perceel, binding met de woonplaats, al verbonden zijn met het lokale voorzieningennetwerk en gebruik van de woning) en
c) de bewoning geen ruimtelijke hinder veroorzaakt of het recreatieve karakter aantast.

2) Overweeg het mogelijk maken van ruimhartige, objectief toetsbare uitzonderingen voor mensen die wel degelijk verantwoord invulling geven aan permanent gebruik, zonder extra maatschappelijke kosten, belasting van het milieu of gemeentelijke infrastructuur anders dan de al bestaande situatie.
Hoewel Nederland decentraal is georganiseerd denken wij dat de instructieregel ook kan bijdragen aan een gelijke behandeling van situaties door gemeenten. Gemeenten zijn weliswaar het beste op de hoogte van de lokale situatie maar we zien veel verschillen tussen provincies en zelfs tussen gemeenten binnen provincies in gelijkwaardige situaties. Wanneer de instructieregel uitgebreid wordt met een objectief toetsingskader draagt dat bij aan gelijk handelen binnen ons land door de overheid en daarmee ook aan het vertrouwen in de overheid.
Zie ook onze bijlage met verdere toelichting

Bijlage

  • Bijlage