Instructieregel permanente bewoning recreatiewoningen

Reactie

Vraag1

Geachte,
Vooraf: De BVVW doet al jaren prima werk voor haar leden en ik schaar mij achter hun beleid. Edoch, ik wil hierbij ook persoonlijk reageren.

Al meer dan 25 jaar is een touwtrekken gaande over het al dan niet permanent mogen bewonen van recreatiewoningen. Zelden zijn formeel betrokkenen zelf in de gelegenheid gesteld te mogen meedenken over een regeling. Ik bezit een recreatiewoning op eigen grond op een niet commercieel geëxploiteerd park. Ik zou graag mijn woning in de randstad verkopen om kleiner te gaan wonen en te kunnen genieten van mijn oude dag.
Bij deze gelegenheid wil ik een lans breken voor de ‘Deense oplossing’. In veel gevallen wordt door de politiek gekeken en verwezen naar hoe Denemarken zaken heeft opgelost. Dit geldt ook voor permanente bewoning van recreatiewoningen. De Deense regel is simpel, zodra een Deen(se) de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, dan heeft hij\zij het recht tot aan het overlijden permanent in een recreatiewoning te verblijven.
Het biedt duidelijkheid, geen gedoe over peildata en/of de betrokkene kan aantonen dat hij al wel of niet al in de recreatiewoning verbleef. Veel permanente bewoners hebben altijd hun mond gehouden en permanente bewoning ontkend om niet in de problemen te komen.

Positieve effecten:
Einde aan de onzekerheid, waardoor een gelukkige en rustige oude dag,
Geen ‘heksenjacht meer met detectives’ rond de recreatiewoning,
Geen stapeling van kosten meer, als gevolg van het aanhouden van 2 woningen.
Het levert een bijdrage aan de doorstroom op de huizenmarkt.

Met vriendelijke groeten,