Bibliotheekwet
Reactie
Naam
|
De Bibliotheek (directeur M Buvelot)
|
Plaats
|
Weesp
|
Datum
|
10 mei 2013
|
Vraag1
Graag horen wij uw reactie op dit wetsvoorstel. Als u reageert, doet u dat dan zo concreet mogelijk, bij voorkeur voorzien van tekstvoorstellen.
Geachte mevrouw, mijnheer,
Vooropgesteld dat één landelijke digitale bibliotheek slagvaardiger kan optreden en daarmee een meerwaarde kan vormen op het reguliere openbare bibliotheekwerk, wil ik toch daarnaast enige kanttekeningen maken voor wat betreft de invulling zoals voorgesteld in het voorliggende wetsvoorstel.
De openbare bibliotheek heeft als één van haar kernfuncties het aanbieden van informatie in welke vorm dan ook. Een gelijkwaardige samenwerking tussen de digitale bibliotheek en de fysieke bibliotheek dient dan ook de grondslag te vormen voor verdere invulling. In deze lijkt het mij dan ook van groot belang dat wanneer er van wordt uitgegaan dat elk openbaar bibliotheeklid automatisch ook lid wordt van de landelijke digitale bibliotheek dit ook vice versa moet plaatsvinden, mede om verdere uitholling van het –lokaal onder vuur liggende gesubsidieerde bibliotheekwerk- te voorkomen. Ik denk dan ook dat het een betere invulling zou zijn dat vanuit het fysieke bibliotheeklidmaatschap tevens gebruik gemaakt kan worden (lidmaatschap) van de digitale bibliotheek.
Daarnaast wordt in het op één lijn stellen van fysieke en digitale informatievoorziening m.i. over het hoofd gezien dat de fysieke bibliotheek haar informatievoorziening contextueel kan leveren. M.a.w. heeft een meerwaarde die niet mag worden onderschat. Een vastere verankering van het fysieke openbare bibliotheekwerk en mede de financiering hierbij dient dan ook te worden opgenomen in een nieuwe “bibliotheekwet”.
Tot slot sluit mij aan bij het door het VOB opgestelde manifest.
Marian Buvelôt
directeur De Bibliotheek
Bijlage