Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam Ziekenhuis St Jansdal (J Boeijenga)
Plaats Harderwijk
Datum 16 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Dit initiatief wordt ingegeven door het instellen van de functie van regieverpleegkundige. Analoog hieraan zullen ook andere specialismen moeten worden benoemd zoals bijvoorbeeld anesthesiemedewerker/verpleegkundige (en SedatiePraktijkSpecialist/verpleegkundige).
Dit is een logische consequentie omdat deze functies mondiaal en Europees gezien worden als een verpleegkundig specialisme. International council of Nurses (ICN), World Health Organisation (WHO), International Federation of Nurse Anesthetists (IFNA) European Specialist Nurses (ESA) European Board of Anesthesiologists (EBA) European Society of anesthesiology (ESA) Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) zijn beroepsorganisaties die deze gedachtengang ondersteunen.
Onze opleiding is sinds 2016 erkend op niveau 6 NLQF.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Herregistratie van de huidige anesthesiemedewerkers/verpleegkundigen is geen enkel probleem. Het actualiseren van kennis- en kundeniveau vindt plaats middels het kwaliteitsregister van de NVAM.
Het gaat hier over een bestaand beroep: de huidige praktijk vindt al decennialang plaats, er is volmondige erkenning van de legitimiteit door de Nederlandse Vereniging van Anesthesiologie (NVA) en er wordt breed gewerkt aan een CZO-erkenning van het opleidingstraject. Erkenning van het beroep door opname in de wet BIG is daarom ook niet meer dan logisch.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het beroep anesthesiemedewerker bestaat al ruim 40 jaar in de huidige vorm. Een overgangsregeling door middel van extra studie is daarom niet relevant en niet proportioneel. Dit is ook reeds te kennen gegeven aan het Ministerie van VWS. Door middel van het beroepsprofiel, inhoud van de werkzaamheden en behaalde accreditatiepunten is aan te tonen dat de anesthesiemedewerkers per direct kunnen worden opgenomen in artikel 3 van de wet BIG.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Uiteraard heeft de beroepsvereniging, zoals het een professionele vertegenwoordiging betaamd, een accreditatiesysteem voor het aantoonbaar maken van de actualiteit van de vereiste deskundigheid. Dit systeem zal geen extra registratielast met zich mee brengen. Het onderbrengen in de wet BIG van het beroep anesthesiemedewerker zal meer éénduidigheid en zelfs minder administratielast opleveren. Dit doordat meer éénduidigheid en duidelijkheid wordt gecreëerd in de zorgberoepen.

Bijlage