Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam GGZ Drenthe (dhr. M. Vorenkamp)
Plaats Assen
Datum 14 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De naam regieverpleegkundige doet geen recht aan de breedte van de competenties van de hbo-verpleegkundige. Regie verwijst immers slechts naar één van de CanMEDS-rollen van de hbo-verpleegkundige. Bovendien verricht ook een mbo-verpleegkundige “aan de zorgvrager gebonden regietaken” (Rapport stuurgroep Terpstra). De titel maakt geen duidelijk onderscheid tussen de twee groepen verpleegkundigen. De naam regieverpleegkundige is tevens verwarrend, omdat deze functie verward kan worden met bestaande functies zoals regiebehandelaar. Suggestie: mbo-verpleegkundige en hbo-verpleegkundige. Of verpleegkundige BN voor de hbo-verpleegkundige. Ons advies zou zijn om rekening te houden met internationale duidelijkheid.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Dispensatie voor collega's die aantoonbaar op het vereiste niveau werken. Niet alleen het opleidingsniveau als uitgangspunt nemen maar ook werkervaring en huidige functie. Verpleegkundigen die de HBO opleiding tot SPV hebben gevolgd en in de ambulante praktijk werkzaam zijn moeten onverwijld ingeschreven worden in het register. Ik zou derhalve voor pleiten deze hbo-opgeleide verpleegkundigen op te nemen in het register van de regieverpleegkundige (liever hbo-verpleegkundige) en een oproep willen doen aan deze verpleegkundigen en hun werkgevers om te zorgen voor de juiste bijscholing om op het niveau van de huidige hbo-verpleegkundige BN2020 te komen

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
NLQF-6 zijn enkele opleidingen in de AGZ. Het zegt niets over de opleidingen voordat deze erkenning werd afgegeven. Niet iedere Post-HBO opleiding wordt erkend door de nieuwe wetgeving als regieverpleegkundige. Ons advies is om de post HBO-SPV te beoordelen als HBO ongeacht de vooropleiding van de verpleegkundige anders leidt dit tot onduidelijkheid binnen de SPV beroepsgroep en andere gespecialiseerde verpleegkundigen maar ook voor de kwaliteit van de patientenzorg. Daarnaast zou je ook kunnen bedenken dat ervaringsjaren met toonaangevende werkervaring kunnen gelden als overgangsrecht

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Bij en nascholing kan direct in een kwaliteitsregister worden bijgeschreven door degenen die de bijscholing organiseert. En door werkervaringseis in patiëntenzorg te behouden