Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam EADV/ V&VN Diabeteszorg (MSc A Wildeboer)
Plaats Utrecht
Datum 17 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het is goed dat er onderscheid komt tussen de functie van mbo- en hbo opgeleide verpleegkundigen. Ik denk dat een titel als regieverpleegkundige niet goed de lading dekt. Mijn suggestie: zet, indien de bacheloropl. is gevolgd, de behaalde opleidingstitel achter de functienaam als volgt: Verpleegkundige, BSc.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De eis is helder, de uitvoerbaarheid minder als je recht wilt doen aan alle varianten aan opleidingen en ervaringen die verpleegkundigen in het verleden hebben gevolgd. Deze vraag staat mijns inziens dan ook niet los van vraag 3.
U schrijft: 'het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige". Dit niveau kan echter ook worden behaald of al zijn behaald door andere opleidingen binnen de gezondheidszorg ( hbo- of post-hbo specialisaties, academische masters). Ook bij de 'oude' HboV opleidingen kan de vraag gesteld worden of deze voldoen aan de huidige eisen m.b.t. niveau en inhoud. Waarbij bijvoorbeeld aandacht voor EBP en de andere CanMedsrollen. Er is niet voor niets een nieuw opleidingsprofiel ontwikkeld.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Ik ben geïnterviewd in het kader van dit verkennend onderzoek. Hierbij heb ik de volgende knelpunten aangegeven:
- Niet alle scholingen, ondanks het gewenste niveau, zijn in het verleden ingediend voor certificering volgens de NLQF criteria. Verpleegkundigen kunnen hierdoor voor de registratie tot 'regieverpleegkundige' noodzakelijke bewijsstukken mislopen (en dit ligt buiten hun invloedsfeer). Het zou mijn suggestie zijn om instellingen de mogelijkheid te bieden scholingen / opleidingen te laten accrediteren met terugwerkende kracht.
- Er moeten wel duidelijke criteria komen waarop scholingen in het verleden en toekomst moeten worden getoetst: naast het niveau ook aandacht voor alle Canmedsrollen, waarbij expliciet de onderdelen als EBP en kwaliteitszorg.
- Werkervaring (in jaren en setting) bepaalt naast opleiding mede het niveau. Dit zou meegenomen moeten worden in de individuele beoordeling.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Via een goed en erkend kwaliteitsregister.