Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam Ingeborg Mak (ZZP-er) (Kinderverpleegkundige I. Mak)
Plaats Dordrecht
Datum 17 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Regieverpleegkundige verwijst naar allerlei specifiek overstijgende taken, zoals het vak van kinderverpleegkundige altijd al, maar zeker ook vandaag de dag, in de zorg voor kind en gezin met zich meebrengen. Hier zal de regieverpleegkundige de kinderverpleegkundige zijn, die voor de doelgroep het zieke kind en gezin in de leeftijd tot 18 jaar is opgeleid. Conclusie is dat ik mij prima kan vinden in de toegevoegde titel en het erkend verpleegkundig niveau, welke in hoofdlijn niet wijzigt.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het maakt het niet makkelijk dat de beroepsgroep van kinderverpleegkundigen niet zelf mag/kan reageren of de Kinderverpleegkundige het HBO-niveau NLQF-6 betreft. Wat men vaak niet beseft is dat het kind geen kleine volwassene is, wat de zorg -in relatie tot het gezin en de diverse velden van zorg- zo uniek, maar tegelijkertijd ook zo complex maakt en waarbij zoveel extra vaardigheden van de zorgverlener worden vereist en waarbij HBO-werk- en denkniveau niet weg te denken is!!

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
CZO kan een belangrijke rol hierin spelen! Zij kunnen alle verpleegkundige vervolgopleidingen laten wegen volgens de NLQF om het niveau van deze opleidingen vast te stellen. Dialyseverpleegkundigen hebben het NLQF 6 niveau.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Ja! Er zijn meerdere registers bekend, waarin portfolio, scholingen en andere deskundigheid bevorderende activiteiten kunnen worden geregistreerd. Een zelfde register waar iedereen in een zelfde beroepsgroep zijn of haar registraties doet lijkt mij heel overzichtelijk. Bij V&VN zijn de verschillende beroepsgroepen vertegenwoordigd en worden scholingen en symposia - indien accreditatie is aangevraagd en dit is bevestigd- automatisch bijgeschreven. Indien niet geaccrediteerd kan een scholing of congres/symposium als deskundigheid bevorderende activiteit worden geregistreerd. Dit alles over een periode van 5 jaar. Elke BIG herregistratie is ook over een periode van 5 jaar. Advies is om deze periodes gelijk te laten lopen om zoveel mogelijk duidelijkheid te scheppen en zo min mogelijk administratielast.