Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam Jeroen Bosch Ziekenhuis (Voorzitter Bestuur Verpleegkundig Staf & VS AGZ B.J.P. van Merrienboer)
Plaats 's Hertogenbosch
Datum 25 januari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 soorten verpleegkundigen:
- Regiepvpk (HBO opgeleid)
- Basisvpk (MBO opgeleid)
- Verzorgende IG (verzorgende)
Voorgestelde beroepstitels zijn geen goede weergave van de beroepen en de verschillen in de praktijk. Titel basisverpleegkundige lijkt landelijk al aangepast naar verpleegkundige, omdat geen basisverpleegkundige meer leesbaar?
Regieverpleegkundige dekt niet de lading van het volledige beroep. Het legt de focus op 1 van de Canmedsrollen van de HBO-verpleegkundige. Doet geen recht aan het totale beroep van de HBO-verpleegkundige (namelijk alle CAnMeds rollen).
De naam regieverpleegkundige is geen beroepstitel, het benadrukt 1 van de rollen. Daarnaast voert ook de MBO-verpleegkundige regie. Door de functie van HBO-verpleegkundige te omschrijven als regieverpleegkundige, lijkt dit te suggeren dat deze taak niet meer toebehoort aan de MBO-verpleegkundige, wat niet het geval is.
En hoe staat de benaming regieverpleegkundige in verhouding tot de GGZ verpleegkundig specialist die regiebehandelaar is?
Suggesties:
- MBO- verpleegkundige en HBO-verpleegkundige (voor patienten beter te begrijpen dan engelse titels toevoegen)
- Verpleegkundige en verpleegkundige BN (bachelor of nursing)

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Op reguliere en gespecialiseerde afdelingen zoals oncologi, kinder, dialyse, etc heeft benoeming plaatsgevonden in MBO of HBO functie met bijebhorende functieprofielen. Voor herregistratie wordt mbt die doelgroep geen probleem verwacht.

Op de IC,CCU, recovery en SEH heeft een groot deel van de verpleegkundigen een MBO V of in service vooropleiding. De instroom is meer en meer HBO-V. Er is daar maar 1 functieprofiel beschreven. Met betrekking tot herregistratie is dat niet eenvoudig, omdat mensen niet benoemt zijn in MBO en HBO profiel. Het is niet mogelijk om HBO-V opgeleide verpleegkundigen als regie verpleegkundigen te benoemen als er in het werk geen onderscheid is gemaakt.
Dit geldt ook voor de consulentverpleegkundigen op de polikliniek. Hier hanteren wij toch noch toe 1 functiebeschrijving waarop MBO-ers en HBO-ers worden ingezet.
Als het zo is dat op een functie ook MBO-ers in kunnen stromen, dan is het in principe een MBO functie en zouden de verpleegkundigen als verpleegkundige en niet als regieverpleegkundige geregistreerd moeten worden.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Met een erkende CZO opleiding ben je gespecialiseerd (vak specifiek) opgeleid, wat betekend dat je meer in de diepte bent opgeleid. Als HBO-verpleegkundige ben je breed opgeleid over het gehele domein van het vak verpleegkunde. Werkervaring alleen (zeker wanneer die is opgedaan zonder dat er echt beroep op HBO competenties is gedaan) mag niet leiden tot HBO kwalificatie. Een basisopleiding op MBO niveau, gevolgd door een CZO cursus op NLFQ niveau 6 is niet van dezelfde aard als een basisopleiding op HBO niveau, gevolgd door dezelfde CZO cursus.

Juist de functiedifferentiatie tussen MBO en HBO moet het vak ten goede komen. Door nu MBO en inservice opgeleiden in te laten stromen met een CZO-opleiding zonder echt HBO-verpleegkundige opleiding NLFQ niveau 6 devalueert de functiediffentatie. Je doet de hbo-v opleiding NLFQ niveau 6 en het vak van HBO-verpleegkundigen te kort door deze gelijk te trekken met een verdiepende specialistische opleiding. Dit zijn twee grote verschillen.
Nota Bene:
• HBO-bachelor diploma kenmerkt zich door een minimale omvang van deze opleiding op NLFQ6 niveau. (minimaal 240 ECT (60 ECT is 1680 studiebelastingsuren per jaar, dus 6720 uur in totaal)
• Een CZO opleiding is qua omvang altijd veel kleiner en kan daarmee niet gelijk geschakeld worden; het is immers een zeer vakspecifieke cursus.
o Voorbeeld: dialyse opleiding bestaat uit 1500 praktijkuren (stage) en 146 uren onderwijs)
o Voorbeeld 2: ic opleiding: 2000 uren praktijk, 217 uren theorie
• Het zou dus niet alleen moeten gaan over ‘welk’ onderwijs, maar ook over ‘hoeveel van welk’.

Suggestie:
Om in aanmerking te komen voor NLQF-6 moet je hbo-V opgeleid NLFQ niveau 6 zijn. Wanneer je mbo of inservice opgeleid bent kan je door de verkorte hbo-v opleiding te volgen voldoen aan het hbo profiel.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Dit betreft de vraag: hoe gaat de beroepsbeoefenaar aantonen aan het BIG-register dat is voldaan aan de eis voor deskundigheidsbevordering die door de beroepsgroep (in samenspraak met vertegenwoordigers van zorginstellingen) is opgesteld?
Ten aanzien van deskundigheidsbevordering wordt gedacht voor verpleegkundigen aan 100 uur in de 5 jaar (20 uur per jaar). Er wordt gesteld dat het denkbaar is dat deskundigheidsbevorderende activiteiten in een LMS in de lagere regelgeving worden opgenomen.
Wanneer je het vak serieus wil nemen en gelijk wil stellen aan de andere beroepsgroepen in de wet BIG zou je ook voor verpleegkundigen vergelijkbaar met verpleegkundig specialisten en artsen PE-online moeten optuigen. Hierin zou het LMS een positie moeten krijgen. Tevens zouden niet enkel deskundigheidsbevordering en de werkervaringseis, maar ook intercollegiale toetsing onderdeel.

De administratieve last: kosten die gemaakt moeten worden vraagt doorberekening en niet direct te beantwoorden voor mij