Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam GGZ-NHN (M.L. Meije)
Plaats Heiloo
Datum 15 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Zoals al door velen van mijn voorgangers genoemd is, is deze term verwarrend en dekt deze de lading niet. Het verpleegkundig beroep is veelzijdig en kent vele rollen. De term regieverpleegkundige benoemd slechts een van deze rollen. Bovendien zegt regie voeren niets over het opleidingsniveau. Zowel op MBO, HBO als het niveau van VS wordt regie gevoerd door verpleegkundigen. Bovendien is binnen GGZ-werkveld een term met het woord regie erin al bezet door de regiebehandelaar en dit schept dus verwarring. Waarom weer een nieuwe term introduceren. HBO-verpleegkundige en MBO-verpleegkundige spreekt voor zich en geeft helder inzicht in het FUNCTIONEREN van de verpleegkundige.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De eis voor herregistratie is volstrekt niet helder, transparant, consequent en toetsbaar. Als de MBO-opgeleide verpleegkundige getoetst wordt aan de hand van de werkzaamheden die zijn verricht na afstuderen, dan zal dit ook bij de HBO-verpleegkundige moeten gebeuren. In de praktijk functioneren veel oorspronkelijk MBO-opgeleide verpleegkundigen op HBO-niveau, door aanvullende opleidingen en werkervaring. Voor verpleegkundigen met een oorspronkelijk HBO-opleiding kan het omgekeerde gelden. Uitgaan van initieel opleidingsniveau doet geen recht aan het palet van opleidingen en werkzaamheden dat opleidt tot functioneren op HBO-niveau maar niet als zodanig erkend wordt, zoals post-HBO SPV-opleiding binnen de GGZ en vele specialisaties binnen de AGZ.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De huidige praktijk binnen instellingen geeft naar mijn idee al veel richting als het gaat om een overgangsregeling. De functie waarbinnen een verpleegkundige functioneert en de plaats van deze functie binnen het functiegebouw geeft enig inzicht qua complexiteit en benodigd werk-en denkniveau.
Ik pleit voor een ruime overgangsregeling waarin oorspronkelijk MBO-opgeleide verpleegkundigen met een aanvullende opleiding en/of specialisatie toegelaten tot het HBO-register. De toetsing moet naar mijn idee achteraf plaatsvinden bij de volgende herregistratie. Er moet dan aangetoond worden dat er voldoende geaccrediteerde (bijscholings)activiteiten, cursussen en/of opleidingen in de tussenliggende periode zijn gevolgd.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Een helder kwaliteitsregister, dat toegankelijk en gebruiksvriendelijk is voor aanbieders en afnemers van (bijscholings)activiteiten, cursussen en/of opleidingen.
Voldoende accreditatiepunten is een voorwaarde voor herregistratie.