Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam UMC (Endoscopieverpleegkundige B.L.M. Muskens)
Plaats Utrecht
Datum 17 januari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Ik zou het onderscheid niet maken in de naam en betreffende deze discussie de verpleegkundige benoemen naar zijn of haar opleidingsniveau van initiele beroepsopleiding. Dus; mbo-verpleegkundige en hbo-verpleegkundige. Voor gespecialiseerd verpleegkundigen volgt dan (als voorbeeld oncologie) mbo-oncologieverpleegkundige en hbo-oncologieverpleegkundige.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Ik vind dit persoonlijk erg vaag. Voorbeeld: een collega van mij heeft in de jaren ‘80 haar hbo-verpleegkundige opleiding afgerond. Heeft geen onderwijs gehad in EBP, klinisch redeneren en leiderschap. Toch kan zij zich laten registreren, zonder extra bewijslast, als regieverpleegkundige. In mijn initiele mbo-verpleegkundige opleiding (afgerond ‘13) ben ik met bovenstaande verpleegkundige (basis)vaardigheden opgeleid.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Er zijn ontzettend veel specialistische opleidingen niet geclassificeerd als NLQF6. In hoeverre is dit uberhaupt relevant als de ‘oude’ groep hbo-verpleegkundigen opgeleid is op NLQF5-niveau? Mijn voorstel zou zijn om het CIBG iedere aanvraag te laten beoordelen nadat de mbo-verpleegkundige mét extra opleidingen/scholingen een aanvraag heeft gedaan om zich in te schrijven in het register voor regieverpleegkundigen.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Op het moment niet.