Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam A.C van Duijvenbode
Plaats Katwijk ZH
Datum 18 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Ik maak bezwaar tegen beide titels.
De in artikel 33b van het wetsvoorstel genoemde punten a t/m e (die het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige beschrijven, zijn slechts een verbeterde beschrijving van de functie van verpleegkundige: niet de functie is nieuw zoals wordt gesuggereerd maar de titel!
In het voorstel wordt gesteld dat aan de functie van verpleegkundige niets veranderd, dat is onjuist. De huidige functie/beroep van verpleegkundige komt overeen met de beschrijving van de functie van regieverpleegkundige.
Het handhaven van de titel verpleegkundige voor de uitgeholde functie , op het 2e deskundigheidsniveau van verpleegkundige. Is in mijn optiek misleidend en alleen gekozen om zo min mogelijk weerstand van mbo verpleegkundigen te veroorzaken. (voor deze functie heeft de regie groep niet voor niets basis verpleegkundige voorgesteld en was een eerdere optie zorgkundige)

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het voorstel is helder maar onuitvoerbaar en loopt vooruit op de praktijk.
De functie van regie verpleegkundige bestaat nog niet (behalve in de proeftuin afdelingen). Er is nog geen verpleegkundige BN2020 werkzaam in het veld (de eerste verpleegkundigen die die verkorte opleiding met dit curriculum hebben gevolgd voltooien hun studie dit jaar)
Op dit moment doen alle verpleegkundigen hetzelfde werk onder dezelfde titel en functiebeschrijving; het verschil zit hem in ervaring en specialisatie.
De door de hogescholen geopperde stelling dat de jong gediplomeerde HBO ers op een ander niveau functioneren is niet terug te zien in de prektijk. Zij zijn vooral bezig klinische ervaring op te doen.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De overgangsregeling doet onvoldoende recht aan de al 40 jaar bestaande praktijk waarin alle verpleegkundigen (hbo, inservice en mbo) dezelfde functie hebben en moet dus aangepast worden.
Een uitzondering voor de hbo verpleegkundigen die niet zijn opgeleid volgens het nieuwe BN2020 curriculum is onterecht met het oog op de bestaande praktijk. De Kennis en kunde en ervaring van de huidige verpleegkundigen moet leidend zijn.
Bijvoorbeeld: Op de specialistische afdelingen wordt de meest complexe en onvoorspelbare zorg gegeven; daarnaast komt de functie volledig overeen met de beschrijving van de functie van regieverpleegkundige. De opleidingen zijn niet voor niets ingedeeld op NLQF-6 niveau, dit zegt ook wat over het niveau dat nodig is om op deze afdeling te werken. Dit geld dus voor alle gespecialiseerde verpleegkundigen niet alleen diegenen met een opleiding die CZO gecertificieerd is (pas vanaf 2003).
Deze verpleegkundigen zouden zich dus als regieverpleegkundige moeten kunnen registreren.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Een eenvoudig computerprogramma voldoet.
In ieder geval niet het kwaliteitsregister van de VenVn het moet mogelijk zijn onafhankelijk te zijn.