Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam Arkin (dhr JHG van de Moosdijk)
Plaats Amsterdam
Datum 30 januari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
De census leidt tot onduidelijkheden als enkel naar het opleidingsniveau en niet naar de (feitelijke) werkervaring/situatie wordt gekeken. De feitelijke werksituatie (en ervaring, inclusief bijscholingen) is uiteindelijk bepalend voor het niveau waarop de verpleegkundige werkt en niet de initiele opleiding.
Daarnaast geeft de titel regie-verpleegkundige verwarring met de functie regie-behandelaar in (o.a.) de GGZ

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen dient -op voorhand en definitief- vastgelegd te worden. Een grote groep initieel MBO (In-service)-opgeleiden heeft zich in de afgelopen jaren middels opgebouwde ervaring, aanvullende scholing en aanvullende opleidingen (waarvan veel een post-HBO niveau hebben) en binnen de feitelijke beroepsuitoefening meer dan gemiddeld bekwaamd op HBO (NLQF 6) niveau.
Het niveau zou mede aantoonbaar en te borgen kunnen zijn middels kwaliteitsregisters.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
Neem voor elke beroepsbeoefenaar die werkzaam is binnen een gezondheidszorgsector de verplichting op om jaarlijks een minimum aantal uren of punten te behalen en faciliteer dit middels wettelijke kaders voor werkgevers en in CAO's.