Wetsvoorstel BIG-II

Reactie

Naam Avans Hogeschool (drs W Janssen)
Plaats Breda
Datum 1 februari 2018

Vraag1

Het wetsvoorstel introduceert de titel ‘regieverpleegkundige’ voor hbo-opgeleide-verpleegkundigen.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Dit is één van de rollen; een hbo-verpleegkundige doet meer. Ik stel voor dat de titel verpleegkundige RN (internationale titel) of verpleegkundige HBO aan wordt gehouden. Dan is het duidelijk om welk soort verpleegkundige gedaan.

Vraag2

De toelichting beschrijft dat een regieverpleegkundige, om in aanmerking te komen voor herregistratie, zal moeten aantonen dat voldoende werkzaamheden zijn verricht binnen het deskundigheidsgebied van de regieverpleegkundige en op het niveau (NLQF-6) dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot regieverpleegkundige.

Werkzaamheden die door een regieverpleegkundige worden verricht op het niveau dat wordt verworven met het afronden van een opleiding tot verpleegkundige (NLQF-4) zijn dus niet relevant voor herregistratie als regieverpleegkundige.

Is de eis voor herregistratie voor de regieverpleegkundige voldoende helder en uitvoerbaar in de praktijk? Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
Het is in de praktijk niet altijd duidelijk wat er onder NLQF-4 of NQF geschaard kan worden. Heldere en eenduidige opleidinsprofielen kan hierbij een rol spelen. Het is van belang om (bestaande en nieuwe) (vervolg) opleidingen te screenen tegen het licht van het niveau aan. Duidelijkheid zal er dus moeten komen.

Vraag3

Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar het overgangsrecht voor de huidige groep verpleegkundigen. In afwachting van het onderzoek is het voorlopige voorstel om de mbo- en inservice- opgeleide verpleegkundigen met aanvullende gecertificeerde scholing, waarvan het niveau en inhoud gelijk staat aan een hbo-opleiding tot verpleegkundige (NLQF-6), de mogelijkheid te bieden om zich te registreren als regieverpleegkundige.

Heeft u suggesties ten aanzien van dit voorstel?
In de praktijk zie ik dat mbo-verpleegkundigen en inservice opgeleide verpleegkundigen niet perse op het hbo-niveau zitten qua denk- en werkniveau; vaak overigens wel voor dat deel waarvoor ze bv zijn opgeleid in een specialistische verpleegkundige opleiding, binnen de AGZ en GGZ; denk bv aan de specialistische verpleegkundigen AGZ en de spv-opleiding en poh-GGZ. Ik zou er geen voorstander van zijn dat deze groep mensen automatisch een bachelorsniveau behalen met bijbehorend gestuigschrift. Werkervaring dient eveneens mee genomen te worden.
Wat ik mij voor kan stellen is dat deze mensen hun opleiding, werkervaring en vervolgopleidingen laten valideren op leeruitkomsten die horen bij niveau 6 verpleegkundigen. In de praktijk zie ik dan dat mensen die vanaf 2013-2014 een specialistische verpleegkundige opleiding gevolgd hebben, in het algemeen gevalideerd kunnen worden voor klinisch redeneren, (een deel van) EBP, casemanagement, deskundigheidsbevordering, samenwerking in de ketenzorg. Maar zeker niet voor alle onderdelen van de HBO-opleiding.

Vraag4

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten van dit wetsvoorstel.

Ziet u mogelijkheden om de doelen van het wetsvoorstel (met name: het op peil houden van de deskundigheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidzorg) te bereiken met minder administratieve lasten?
ja, zolang dat volledig online kan gebeuren.