Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Vraag1

Onbegrijpelijk is het wetsvoorstel voor de kunstvakken:
1. Een demissionair kabinet probeert in een laatste fase een wetsvoorstel door te drukken terwijl een nieuw kabinet in aantocht is.
2. Een adviescommissie, die door het ministerie zelf is aangesteld, heeft een rapport geschreven waarvan nauwelijks voorstellen overgenomen zijn.

Twee onderdelen van het wetsvoorstel zijn desastreus voor de kunstvakken, de culturele ontwikkeling van leerlingen en voor culturele instellingen in Nederland:

1. Het afschaffen van CKV voor alle bovenbouwleerlingen Havo en Vwo.
2. Het afschaffen van een reële keuzemogelijkheid voor een kunstvak in het profiel C&M op de havo.

Met deze wijzigingen komen leerlingen in de bovenbouw niet meer in aanraking met kunst en cultuur wanneer zij niet voor een kunstvak kiezen. Leerlingen leren door de kunstvakken veel kennis en vaardigheden die zij in hun latere leven en werk hard nodig zullen hebben. Het is mijns inziens een misvatting te geloven dat met het versterken van de taal en rekenvaardigheden alleen, leerlingen betere resultaten hebben op hun eindexamen en vervolgstudie. Innovatief zijn, creatief denken, samenwerken, kennis opdoen over cultuur(historie) zijn bijvoorbeeld minstens zo belangrijk. Recente studies uit onder meer finland laten ook zien dat een
focus op talentontwikkeling voor kinderen van 7 tot en met 16 jaar goede resultaten oplevert. Het idee daarachter is dat het voor een harmonische ontwikkeling van een kind belangrijk is dat er niet te jong een beroep op het intellect moet worden gedaan. Er wordt daar veel tijd besteed aan basisvakken als taal en rekenen, maar dat gaat niet ten koste van de kunstvakken en sport.

Ckv moet daarom verplicht in de bovenbouw aangeboden blijven en voor de C&M leerlingen van de Havo moet een kunstvak een reele keuze blijven.
Wel zou ik pleiten voor een verscherping van het CKV aanbod zodat het vak serieuzer op de kaart komt. Het plan van de adviescommissie om het bijvoorbeeld als cijfer mee te laten wegen ipv een beoordeling in (on)voldoende, goed, is daar een voorbeeld van.