Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
Gomarus College (J. Middendorp-van der Heide)
|
Plaats
|
Groningen
|
Datum
|
22 november 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Nu de tekst van het wetsvoorstel tussentijds is gewijzigd voel ik de noodzaak nogmaals te reageren. Door op te nemen dat culturele en kunstzinnige scholing in ieder geval wettelijk verplicht is maar niet perse in het format van een vak hoeft, komen er nieuwe discussiepunten. Dat houdt namelijk in dat schoolbesturen zelf mogen beslissen hoe zij deze scholing inrichten en faciliteren. Op deze manier is subtiel de veelgelezen uitspraak: 'Ik ben tegen het afschaffen van het vak CKV' ontkracht. Want dat hoeft immers niet perse? Echter, wanneer een schoolbestuur zonder budget voor uren en een gekwalificeerde docent deze culturele scholing moet creeeren is het niet moeilijk te raden wat het kwalitietsniveau van dergelijk scholing zal worden. Ik verwacht daar heel weinig van en denk ook dat dat door het verleden bewezen is. Door de verschrikkelijk lage eisen aan CKV op het VMBO bijvoorbeeld is in veel gevallen dat vak een bijzaak in de ogen van leerlingen die slechts moeten zorgen dat ze op een contactuur verschijnen met een berg gekopieerd werk. Het vak serieus nemen, er een blokuur per week voor in te ruimen en er, alstublieft, zelfs een cijfer aan hangen, maakt ook aan leerlingen duidelijk dat wij geven om vorming, reflectie en kritisch bewustzijn. Dat zijn toch zeker geen bijzaken in onze maatschappij?
Doordat er tijd voor het vak is vrijgemaakt en dat leerlingen een professional voor hun neus krijgen wordt een situatie gecreeerd waarin leerlingen kunnen experimentern, zichzelf kunnen uiten en leren kijken naar hoe anderen dat doen. In veel gevallen nog het enige vak op scholen dat leerlingen verplicht blootstelt aan zoiets wezenlijks! Het maakt me werkelijk kwaad dat dit onder het mom van kwaliteitsimpuls praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Het is een heel slecht voorteken wat mij betreft, voor de richting waarin deze economische georienteerde maatschappij zich beweegt.