Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Naam Aadem (Dhr L.O.F. Vercauteren)
Plaats Oostakker-Gent België
Datum 27 november 2012

Vraag1

Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
1: Behoud van het vak ckv : dat is de beste garantie voor kunst- en cultuuronderwijs voor alle leerlingen. Een vak ckv met duidelijke doelstellingen en een vaste plaats in het curriculum vormt de beste garantie voor kunst- en cultuuronderwijs op alle scholen. De minister zou daarom culturele - en kunstzinnige vorming als vak in het curriculum, moeten garanderen voor alle leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo. Behoud van ckv als vak is belangrijk om daarmee te voorkomen dat cultuuronderwijs dezelfde marginale plek in het curriculum krijgt zoals de onderwijsraad (2012) dat in het PO vaststelde.

2: Behoud van het vak ckv en een reële keuze voor een kunstvak op havo: dat biedt de beste garantie voor kwaliteit in onderwijs. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat a) het doceren, b) de kwaliteit van de docent en c) het curriculum tot de meest bepalende factoren voor de kwaliteit van het onderwijs gerekend mogen worden (Van de Grift, 2010; Hattie, 2009). Bevlogen docenten zijn van belang voor het leren van leerlingen (Roorda, 2012). Zonder het vak ckv is er geen vaste plaats meer voor culturele en kunstzinnige vorming in het curriculum en is er geen formatie meer beschikbaar voor gekwalificeerde en veelal bevlogen ckv docenten. Zonder voldoende keuzemogelijkheden voor een kunstvak op havo komt er eveneens minder formatie beschikbaar voor gekwalificeerde en veelal bevlogen kunstvakdocenten. Dat is slecht voor de kwaliteit en dus tegenstrijdig aan de doelstelling van de minister gericht op kwaliteitsverbetering. Dus moet het vak ckv in het curriculum van de bovenbouw van havo en vwo behouden blijven en moet er een reële mogelijkheid zijn om een kunstvak te kiezen op havo, om daarmee de kwaliteit van het onderwijs te kunnen garanderen op alle scholen.

Bijlage