Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
drs. G.C. Duermeijer
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
16 oktober 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Geachte beleidsmakers,
Het verplicht ervaren van en reflecteren op kunst en cultuur blijft ook in de toekomst van vitaal belang voor de opvoeding van onze jeugd. Als wij van onze jongeren wereldwijze onbevangen wereldburgers willen maken is de kennismaking met het onbekende, het vernieuwende, het stuitende van het grootste belang. In welk ander vak worden jongeren zo geconfronteerd met het vreemde als bij CKV. In welk ander vak wordt hun blik op een andere wereld zo geopend.
En ja, dat moet je verplicht in het curriculum hebben. Met name omdat scholen in culturele achterstandsgebieden-ik werk zelf in een veredelde Vinex-stad-anders hier nooit mee in aanraking zouden komen. Ook schooldirecties in die gebieden zullen hier nooit op een andere manier de prioriteit aan geven. Dat met het nieuwe wetsvoorstel scholen meer ruimte zouden krijgen om op hun eigen manier kunst en cultuur in te richten is, betekent op veel scholen dat cultuur het kind van de rekening wordt. En andere vakken zullen niet opeens ruimte voor ons maken in hun curriculum. Dat is een naïeve blik op de realiteit van het onderwijs, waarin curricula vol gepropt zitten.
Natuurlijk is kunstonderwijs op scholen anders in te richten, maar scholen hierin zelf de ruimte geven, werkt vrijblijvendheid in de hand. En daarvoor is de kennismaking van met name jongeren met kunst en cultuur te cruciaal voor hun verdere ontwikkeling.
In een opwelling geschreven. Met dank.