Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
G. Spoelstra
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
3 oktober 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Ik begrijp dat het van belang is om leerlingen gedegen taal en rekenonderwijs aan te bieden. Echter moet er niet uit het oog worden verloren dat de school naast de kwalificerende taak ook nog een belangrijke rol speelt in de identiteitsvorming en de socialisatie.
Dit wetsvoorstel draagt er weer een stukje aan bij dat in het onderwijs de economische nuttigheidswaarde centraal komt te staan (conform het neoliberale marktdenken met alle negatieve gevolgen van dien), en dat juist datgene wat er in het onderwijs echt toe doet, namelijk zingeving, betrokkenheid en kritisch denkvermogen wordt verwaarloosd.
Het verplichte vak CKV biedt nu nog een goed tegenwicht aan de geluiden vanuit onze geëconomiseerde samenleving, waarbij er in de lessen duidelijk wordt gemaakt dat er meer is in het leven dan geld verdienen en het najagen van materiële genoegens. Het eigen handelen en oordelen kritisch onder de loep nemen, horen hier ook bij. In dit vak krijgen abstracte begrippen als identiteit, schoonheid, cultuurbeleving, goed en kwaad voor de leerling een persoonlijke, betekenisvolle invulling en leren zij op diverse (artistieke) manieren uiting te geven aan hun voorkeuren, ideeën en innerlijke wereld.
Kortom een rijkdom die niet in geld is uit te drukken, maar van crusiaal belang is in de vorming van de mens en het leiden van een zinvol bestaan.
De praktische verwerking van CKV en de ''K'' van kunstzinnig zullen door het voorstel CKV onder te brengen bij andere vakken hoogstwaarschijnlijk als eersten sneuvelen. Dit voorstel leidt tot verarming en zeer zeker niet tot het beoogde effect om de kwaliteit van culturele en kunstzinnige vorming op scholen te verbeteren.