Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Naam Veurs Lyceum (E Caspers)
Plaats Leidschendam
Datum 11 oktober 2012

Vraag1

Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Cultuur is beschaving. Kennis van cultuur en kunst hoort bij de opvoeding. Het vak CKV zorgt voor dit stukje opvoeding. Het zorgt ervoor dat alle leerlingen op een leeftijd waar het er toe doet kennismaken met kunst en cultuur. Inhoudelijk gaat het dan over de C en de K, kunst en cultuur. Maar laten we het vormende aspect vooral niet vergeten. Het vak CKV biedt uitgelezen mogelijkheden om via kunst en cultuur leerlingen bezig te laten zijn met argumentatie, ergens voor durven staan, je kunnen verplaatsen in een ander, respect kunnen tonen, verantwoordelijkheid durven nemen, gevoelens onder woorden kunnen en durven brengen, je verhouden tot 'volwassen' denkbeelden. CKV is een vak met een relatief lage studielast voor de opbrengsten die het vak kan hebben.

Het vak Kunst op de havo staat ook onder druk, vanwege de beperking van de keuzevrijheid. Afschaffing zou niet alleen een breuk met de rijke kunstonderwijstraditie betekenen, maar zou er ook voor zorgen dat leerlingen met interesse in kunst- en cultuurgeschiedenis en vooral de praktijkvakken (tekenen, schilderen, maar ook audiovisuele media, websdesign) zich niet genoeg kunnen voorbereiden op een eventuele beroepsopleiding - in de kunstvakken, maar ook in andere vakken. Creativiteit is nodig, in bedrijven, instellingen, verenigingsleven, zorg, noem maar op. Elke leerling moet een kunstvak kunnen kiezen om zo zijn creativiteit te kunnen ontwikkelen. Als centraal vak of als keuzevak in de vrije ruimte, dat maakt niet uit. De maatschappij plukt er al jaren de vruchten van.

Het kunstonderwijs in Nederland wordt in het buitenland vaak ten voorbeeld gesteld. Dat is niet voor niets. We hebben mooie vakken als CKV en kunst in de bovenbouw en verschillende kunstvakken in de onderbouw. Er worden prachtige eindexamens gemaakt. Er is intussen een geweldige samenwerking tussen onderwijs en de culturele instellingen. De jongeren in de theaters en concertzalen hebben de programma’s nieuw leven in geblazen. Het zou verschrikkelijk zonde zijn om dat met deze wetsvoorstellen dit alles in één keer van tafel te gooien.