Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
Dhr B van Lopik
|
Plaats
|
Leiden
|
Datum
|
11 oktober 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
• Kunstonderwijs zorgt voor:
o Persoonlijke en emotionele ontwikkeling door de stimulering van creatieve zelfexpressie. Zonder deze elementen kan een kind niet uitgroeien tot een evenwichtig en breed ontwikkeld persoon.
o Visueel bewustzijn; het vermogen om natuurlijke en culturele voorwerpen de observeren
o Training van vaardigheden die voor het eindexamen zijn vereist
o Voor de meeste leerlingen kan de kunstzinnige vorming een belangrijke verrijking van de vrije tijd betekenen, omdat ze zelf bijvoorbeeld blijven schilderen als hobby of lid worden van een creatieve werkgroep, of omdat ze van kunst van anderen blijven genieten, bijvoorbeeld door naar tentoonstellingen te gaan.
o Waardering bijbrengen voor cultureel erfgoed: kunstzinnige vorming heeft ook tot doel leerlingen te laten kennismaken met het neusje van de zalm op kunstgebied, van nu en vroeger, en met de kunst en kunstnijverheid van andere culturen. Zoals de docent Engels in de literatuurlessen de leerlingen vertrouwd maakt met het werk van Shakespeare en hen er enthousiast voor probeert te maken, zo probeert de docent beeldende vorming de leerlingen vertrouwd te maken met het beste op het gebied van schilderkunst, tekenen, beeldhouwen, architectuur, enzovoort, zowel in Europa als daarbuiten.
• CKV is nu al een vak waarvan het eindexamenprogramma vaag wordt gedefinieerd in vier domeinen, waar elke school – ongeacht of zij zelf ervaren zijn in het samenstellen van een cultureel curriculum – haar eigen invulling aan mag geven. En nu wil de overheid hier nóg minder inhoud aan gaan geven; scholen hier nóg vrijer in laten. Als er iets moet veranderen is het juist het tegenovergestelde: kunst- en cultuuronderwijs moet meer inhoud krijgen en de lesstof moet landelijk bepaald hebben, zodat leerlingen niet afhankelijk zijn van scholen die bijvoorbeeld slechts taaldocenten in dienst hebben om CKV te geven, die niet over voldoende kennis beschikken om een inhoudelijk lesprogramma over andere vormen van kunst samen te stellen.