Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Vraag1

• Het afschaffen van de vakken ANW en CKV zal een verdere verschraling van het Nederlandse onderwijs tot gevolg hebben. Het voorstel beoogt meer ruimte te geven voor het reken- en taalonderwijs. Dit betekent, dat tijd en geld tot nu toe aan deze vakken besteed, nu ingezet zou moeten worden voor taal en rekenen. Dat zal dus nooit leiden tot de vermeende "kwaliteitsimpuls" voor het cultuuronderwijs die de minister tegelijkertijd hiermee zegt te beogen.
• Het is internationaal inmiddels duidelijk aangetoond, dat een te sterke concentratie op rekenen en taal averechts werkt. Het is juist een brede, culturele educatie die tot de zelfstandige, creatieve en ondernemende jongvolwassenen leidt die we zo hard nodig hebben.
• Vrijwel alle maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn m.b.t. de Tweede Fase hebben (naast soms ook gunstige effecten) een verschraling t.o.v. de oorspronkelijke opzet tot gevolg gehad. Het is niet verstandig om verder te koersen naar een herhaalde Mammoetwet-achtige opzet van ons onderwijs.
• Een invoering van wiskunde als verplicht vak in alle havo-profielen, zal tot gevolg hebben, dat een flink aantal potentiële havoleerlingen geen havo-examen zal kunnen behalen. Met de invoering van het verplichte rekenexamen is dát specifieke kwaliteitsaspect inmiddels al geborgd. Het vak wiskunde is op examenniveau niet noodzakelijk voor alle hbo-vervolgopleidingen. HBO-opleidingen hebben nu al de mogelijkheid om wiskunde als examenvak verplicht te stellen voor hun instroom, dus ook dat is in ons huidige systeem goed geborgd. De invoering van een verplicht wiskunde- examen heeft dus alleen een negatief effect op het opleidingsniveau van de Nederlandse leerlingen: een flink aantal leerlingen zal alleen vanwege het wiskunde-examen beneden hun niveau examen gaan doen. Mij zijn uit de huidige situatie verschillende vwo-leerlingen bekend, die op een zeer goed niveau (achten en negens) presteerden bij alle vwo-vakken uit hun (C&M) profiel, maar grote moeite hadden met wiskunde en daardoor moesten overstappen naar het havo. Zij zullen nu ook het havo-examen niet meer kunnen behalen en op een vmbo-niveau het vervolgonderwijs instromen. De vraag is welke kwaliteitsimpuls hier mee beoogd wordt.
• Al met al hebben de voorgestelde maatregelen sterk overwegend een negatief effect op de kwaliteit van ons onderwijs.