Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Vraag1

Aan de minister wil het het volgende meegeven:

ANW kent als algemeen vormend vak een tweezijdig probleem. De exact georiënteerde leerlingen haken af omdat ANW een te maatschappelijk karakter heeft en voor hen de natuurwetenschappelijke inhoud te licht is. De maatschappelijk georiënteerde leerlingen haken af omdat de maatschappelijke inhoud een te natuurwetenschappelijk karakter heeft.

Dat probleem kent CKV niet. Het vak beoogt het denken van de leerling te prikkelen via kunst en cultuurervaringen. Dat valt voor alle leerlingen zinvol in te vullen dankzij de docenten die voor het verplichte vak worden ingezet. Het wegnemen van de verplichting geeft weliswaar meer ruimte voor een eigen invulling door de school, maar die ruimte kan evengoed benut worden om docenten ANDERS of NIET in te zetten. Geld kan maar één keer uitgegeven worden en voor scholen (lees:besturen/directies) wordt de verleiding heel groot om dat geld ook ANDERS in te zetten; juist niet voor vakdocenten kunst en cultuur maar voor rekenen of andere zaken die moeten omdat het slagen van de leerling er van af hangt. Of om louter tekorten op de begroting te bestrijden.
Het gevolg zal dan juist een verarming van de cultuureducatie zijn en wie dat een kwaliteitsimpuls durft te noemen heeft heel wat uit te leggen.

Kwaliteit leveren is werk van vakkundige docenten, dat kost tijd en dus geld. In tijden van economische schaarste mislukt elke 'kwaliteitsimpuls' als daarvoor onvoldoende middelen voor worden ingezet.

Leerlingen die een kunstvak in hun profiel willen opnemen komen er helemaal bekaaid van af. Zij kunnen niet meer vertrekken vanuit de algemene basis die werd geboden door CKV en zullen daarvoor binnen het kunstvak ruimte moeten vinden. Meer doen binnen hetzelfde kader...
...of het kunstvak is niet meer op de school. Omdat de keuze beperkt wordt in het profiel C&M bestaat het risico dat de examengroepen voor een kunstvak klein worden en door scholen (lees: besturen/directies) als niet-levensvatbaar worden bestempeld en vervolgens besluiten die scholen om het kunstvak niet meer aan te bieden.

De maatregelen zullen leiden tot het verdwijnen van arbeidsplaatsen voor kunstvakdocenten. De menskracht en de vakkennis die nodig is om die zg. kwaliteitsimpuls voor de cultuureducatie in de scholen te dragen is dan verdwenen of geminimaliseerd.