Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Vraag1

Als het belang van cultuuronderwijs niet al op school is ingebed, biedt het wegnemen van een verplichting geen kwaliteitsimpuls. In het verlengde van de redenatie die de minister aanhoudt, zou je alle verplichte vakken kunnen afschaffen.

Als CKV niet langer verplicht is, zal een aantal scholen kiezen om het organisatorisch zware en relatief dure vak niet langer aan te bieden op basis van pragmatische redenen in plaats van inhoudelijke.

Het wegvallen van CKV, en dus het wegvallen van de tijd om in schoolverband aandacht te besteden aan kunst en cultuur, zal direct gevolgen hebben op het bezoek van jongeren aan culturele instellingen. De kans is groot dat zij dan enkel op zoek gaan naar meer van wat men al kent.

Het verplicht houden van het vak, dat creatief en onderscheidend denken stimuleert, biedt juist een brede basis voor de kernvakken.

De kunstvakdocent heeft voor een serieuze aanpak van zijn vak serieus draagvlak nodig. Als het vak niet meer verplicht is, wordt het nog sterker afhankelijk van het enthousiasme en de inzet van de individuele docent.

Het wetsvoorstel gaat voorbij aan de ‘Bildungs’-gedachte om jonge mensen voldoende algemene ontwikkeling mee te geven om straks in het leven succesvol te zijn. Het eenzijdig concentreren op taal en rekenen geeft geen betere studenten, maar vooral armere studenten. Het cultureel burgerschap is een belangrijk onderdeel van het zijn.

Sinds de invoering van CKV zijn er docenten getraind, schoolwerkplannen ontwikkeld en mooie projecten bij instellingen ontstaan. Nu wordt er beleid gemaakt om deze koers te stoppen. Terwijl het veel minder moeite en tijd kost om het juist uit te bouwen en te stabiliseren.