Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Vraag1

Deel 1 Stijn de Wilde Mencia de Mendoza Lyceum

CKV dient als vak te blijven !
Verbijsterend dit voorstel om met één “kwaliteitsimpuls” de gehele algemene culturele kunstzinnige vorming in het VO uit het veld te slaan. Was dit niet al te verwachten na het afschaffen van de cultuurgelden ?
Dus eerst krijgen de scholen en ckv/ kunstsecties die jarenlang gewerkt hebben aan één van de vakken binnen de tweede fase die wel breed maatschappelijk werd gedragen een ordinaire bezuiniging van €15,- per leerling te verwerken om nu geconfronteerd te worden met het afschaffen van dit vak.
Naast het feit dat enige directe verwijzing naar de kunstvakken als tekenen/muziek/dans of drama en de gevolgen voor deze secties/vakken die vaak veel geïnvesteerd hebben in CKV ontbreekt, wordt door de plaatsing van wiskunde C in het profiel C &M ook nog de keuze mogelijkheid voor deze eindexamenvakken ingeperkt. Kortom dit is een nekslag voor niet alleen het vak CKV maar tevens een sterke bedreiging voor de positie van de overgebleven kunstexamenvakken. Om het profiel C&M echt te verstekken zou het sieren om weer de eis in te voeren dat er tenminste één van de kunstvakken gekozen wordt. Als we innovatief denken willen promoten zullen we ook het creatief denken en creatief handelen moeten stimuleren in het VO en daar is nu CKV als ingeroosterd vak het ideale middel voor.
Voorts zullen goede samenwerkingsverbanden die er momenteel zijn tussen culturele instellingen en het VO onder druk komen te staan. CKV coördinatoren hebben goede banden met de culturele instellingen en stroomlijnen het cultuurbeleid. Een belangrijke ( misschien wel de belangrijkste ) stimulans om tot deze gestructureerde samenwerking te komen was het het vak CKV. Leerlingen dienen immers culturele instellingen te bezoeken en hiervan verslag te doen. Dit bezoek en de regulering hiervan wordt nu versnippert onder moderne vreemde talen/ Nederlands en geschiedenis ?
Dit is een oproep om dit wetsvoorstel niet in deze vorm over te nemen en het Nederlandse cultuuronderwijs naar een onderontwikkelde periferie te sturen.