Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
fioretticollege (Drs. P den Hoed)
|
Plaats
|
Lisse
|
Datum
|
24 oktober 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Dit voorstel zorgt voor een verschraling van de algemene ontwikkeling van jonge mensen.
De hernieuwde verplichting van wiskunde op de havo in combinatie met de reeds ingevoerde kernvakkenregeling kan een behoorlijk grote groep potentieel goede leerlingen van een Havo-diploma afhouden. Tevens worden de docenten wiskunde opgezadeld met een groep slecht gemotiveerde en minder getalenteerde leerlingen voor een toch lastig vak. Het huidige programma is afgestemd op de huidige groepleerlingen. Eigenlijk zou er een nieuwe wiskunde moeten komen voor deze nieuwe groep.
De beoogde extra ruimte die scholen zouden krijgen zie ik in het geheel niet ontstaan. de culturele en kunstzinnige vorming blijft een verplichting maar mag de school naar eigen inzicht invullen. Dit kost formatie anders zou het ten koste gaan van andere vakken. de vrijkomende formatie vanwege het verdwijnen? van het verplichte vak CKV zou dus snel op gaan aan de nog immer verplichte culturele en kunstzinnige vorming. Dat scholen hier bewuste keuzes kunnen maken en er dus een kwaliteitsimpuls zou optreden is wishfull thinking. gaat niet gebeuren, sterker nog door de het vak CKV af te schaffen wordt er een signaal afgegeven dat de culturele en kunstzinnige vorming niet belangrijk is. Ouders en leerlingen zullen daaruit hun conclusies trekken. Waar het nu al vaak moeilijk is om de leerlingen te motiveren voor CKV wordt het na invoering van dit voorstel alleen maar lastiger om leerlingen het belang van de vorming duidelijk te maken.
afschaffing van ANW zorgt ervoor dat veel jongeren in onze toch redelijk technologische maatschappij zich minder bewust zijn van de verschillende kanten die het gebruik van technologie met zich meebrengt. Het vormen van een goede mening tav het gebruik en inzet van technologie komt hiermee in het gedrang terwijl dat nu en in de toekomst wezenlijk is voor onze maatschappij.