Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo
Reactie
Naam
|
docent in opleiding Beeldende Vorming, 3jr M van Os
|
Plaats
|
Heeze
|
Datum
|
30 september 2012
|
Vraag1
Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Cultureel Kunstzinnige Vorming: kinderen in Nederland zijn er niet mee opgegroeid, hebben een achterstand, evenals menige ouder. Ook het gros van leraren en docenten hebben het derhalve niet meegekregen in opleiding en opvoeding. (Nature versus nurture) Geen horde mensen te verwachten op het Malieveld bij doorgang van dit voorstel. De stelling is dat het de vorming juist ten goede komt als het als verplicht vak vervalt, met als verklaring dat andere vakdocenten (letteren , geschiedenis, …) het efficiënt inbouwen en gemotiveerde leerlingen ervoor kiezen in het vrije deel. Immers: het blijft wel tot de lesstof horen.Is dat zo?Gezien het jonge vakgebied en de beperkte basale know how. Dan zal er toch nog wel wat water door de Aa moeten stromen.Niet dat er aan innovatie, creativiteit geen waarde wordt gehecht in de maatschappij en het bedrijfsleven, de schoolomgeving incluis. Integendeel. Vreemd genoeg wordt de link met cultuur- en kunsteducatie dan niet gelegd. Het brengt het brein op een spoor om nieuwe wegen in te slaan, meer dan welk ander vak dan ook. Hartstikke belangrijk voor de kenniseconomie: spelen met vorm, inhoud en functie in je hoofd, waardoor je leert flexibel in het leven te staan en nieuwe toepassingen leert bedenken. De wereld ontwikkelt zich zeer snel. Je móet jezelf steeds opnieuw kunnen vormgeven en bepalen hoe je je tot de context en tijdgeest verhoudt. Kunst- en cultuureducatie leert je dat. Reflecteren en reageren op de tijdgeest, divergent en out of the box-denken. Voelt zich thuis in een maatschappij die visueel en auditief is ingesteld. Een gouden driehoek! Kunst als drager om complexe materie toegankelijk te maken. Dat vraagt om een planmatige, professionele aanpak. Wanneer dat binnen andere vakken kan, prima. Hoe meer dwarsverbanden en ingangen hoe beter!Toch is dat wishful thinking en arbitrair, omdat ankerpunten en referentiekaders marginaal zijn ontwikkeld. Het is de vraag of leerlingen en leerkrachten hier zonder specifieke vakkennis en kunde met elkaar uitkomen. Voor velen voelt het als lichtjaren weg. Schoolbreed volgens het voorstel te werk gaan lijkt veelgevraagd. Overvraagd. Beter is een voorstel dat vanaf de eerste stappen tussen de schooldeuren haar aandacht richt op vakkundige culturele kunstzinnige vorming. Dan op termijn is de voorgestelde richting wellicht levensvatbaar. Een impuls is een hoeveelheid van beweging: in dit geval stilstand of achterwaartse beweging!