Wetsvoorstel verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs

Reactie

Vraag1

De regering stelt middels de wetswijziging voor om de huidige, passiever geformuleerde burgerschapsbepaling, waarin staat dat het onderwijs “mede gericht is op het bevorderen van burgerschap” te vervangen door een bepaling die actieve, doelgerichte en samenhangende bevordering van burgerschap voortaan als norm stelt. Ook wordt de gemeenschappelijke kern geformuleerd waarop scholen zich ten minste moeten richten. De uitgangspunten zijn bedoeld om de verdere ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs te stimuleren en meer helderheid te bieden over de algemene burgerschapsdoelstelling van het onderwijs. Scholen zijn en blijven vrij om, met inachtneming van deze uitgangspunten, hun eigen, nadere invulling van deze minimumnormen vorm te geven.

De PO-Raad hecht waarde aan goed burgerschapsonderwijs en erkent het belang van het verder versterken van burgerschapsonderwijs. Hoewel de PO-Raad van mening is dat goed onderwijs tot stand komt op de scholen en niet in de wet, kan deze wetswijziging scholen houvast bieden om verder te gaan met burgerschapsonderwijs. De wet verduidelijkt wat onder goed burgerschapsonderwijs verstaan wordt, maar de mate van vrijheid die scholen hebben om zelf invulling te geven aan de burgerschapsopdracht blijft groot.

Parallel aan deze wetswijziging loopt het curriculumherzieningstraject genaamd Curriculum.nu. In dat traject wordt gewerkt aan de herziening van het gehele curriculum van het funderend onderwijs met als doelen de huidige kerndoelen te actualiseren, overladenheid te voorkomen en samenhang aan te brengen. Op het gebied van burgerschap ontwikkelt een ontwikkelteam bestaande uit leerkrachten en schoolleiders bouwstenen voor kerndoelen die de specifieke benodigde kennis en vaardigheden van leerlingen beschrijven. Het ontwikkelteam burgerschap buigt zich zo over de uitwerking van de specifieke en nadere inhoud van het burgerschapsonderwijs. Naast de voorgestelde wet zal met de curriculumherziening de nadere inhoudelijke invulling van het burgerschapsonderwijs een stevige aparte wettelijke basis krijgen, uitgewerkt in kerndoelen. De PO-Raad verwacht dat dit wetsvoorstel in combinatie met de vernieuwde kerndoelen het burgerschapsonderwijs zal versterken.

Vraag2

Zoals gezegd, is de PO-Raad van mening dat goed onderwijs tot stand komt op de scholen en niet in de wet. Toch kan deze wetswijziging scholen houvast bieden om verder te gaan met burgerschapsonderwijs. De wet verduidelijkt wat onder goed burgerschapsonderwijs verstaan wordt, maar de mate van vrijheid die scholen hebben om zelf invulling te geven aan de burgerschapsopdracht blijft groot.
Daarbij verwacht de PO-Raad dat dit wetsvoorstel in combinatie met de vernieuwde kerndoelen het burgerschapsonderwijs zal versterken.

Bijlage