Wetsvoorstel verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs

Reactie

Naam E. Zoomers
Plaats Alphen aan den Rijn
Datum 14 juni 2018

Vraag1

Wat vindt u van het voorstel, zowel van de voorgestelde wettekst als de memorie van toelichting?
De inspectie geeft memorie van toelichting aan dat "te denken valt aan bevordering van sociale en maatschappelijke competenties, waaronder omgaan met diversiteit en verschil, aandacht voor kennis en vaardigheden die nodig zijn voor kritische meningsvorming, aandacht voor kennis en vaardigheden op het terrein van democratie en rechtsstaat, het kunnen maken van morele afwegingen en een gedeelde nationale identiteit.”
De school negeert in veel gevallen haar zorgplicht zeker als het passend onderwijs betreft. Daarnaast neemt zij de leerlingen en ouders niet serieus en wenst niet mee te werken aan het samenbrengen van ouders van specifieke doelgroepen zoals LOOT-leerlingen, dyslectieleerlingen of andere doelgroepen. Kritische meningsvorming door de leerlingen en ouders wordt niet gewaardeerd. Als het maken van morele afwegingen, het bevorderen van sociale competenties en het omgaan met verschillen tussen kinderen niet door het bestuur, de leidinggevenden en de docenten wordt toegepast, hoe moeten zij dat dan overbrengen op leerlingen ?
Goed voorbeeld doet goed volgen, zeggen wij altijd.
Als een leerling in de klas wordt buitengesloten omdat hij hoogbegaafd is en niet geholpen wordt bij het ontwikkelen van zijn sociale vaardigheid, als de school weigert passend onderwijs te leveren aan een leerling met een beperking waardoor deze van zijn school afmoet, als leerlingen bij de directeur problemen aankaarten en er niets mee wordt gedaan, docenten problemen niet meer bespreekbaar durven te maken bij leidinggevende, wat heb je dan aan lessen burgerschapsvorming.
Laat het goede voorbeeld zien, steun leerlingen, ouders en docenten bij door hun ontwikkelde initiatieven en respecteer elkaar. Dat begint bij het bestuur, de leidinggevenden en de docenten.
Er kunnen nog zoveel wetten worden gemaakt, maar als een school niet kan worden aangesproken op haar functioneren en de inspectie niet ingrijpt (kan of wil), is het vertrouwen bij leerlingen, ouders en docenten weg en is er geen sociale cohesie.

Vraag2

Biedt het wetsvoorstel voldoende handvatten om invulling te geven aan de burgerschapsopdracht?
Ja voor welwillende scholen en nee voor scholen die zich alleen houden aan regels die niet vrij te interpreteren zijn.
Aan scholen zou gevraagd kunnen worden een voorstel (met onderbouwing) te schrijven over hoe zij invulling gaan geven aan de burgerschapsopdracht voor de komende 2 tot 5 jaar.
Hierbij zouden de leerlingen, ouders en docenten een actieve rol moeten krijgen.
Kinderen kunnen (samen met docenten) vaak heel goed aangeven wat zij nodig hebben en waarom en docenten en ouders kunnen helpen bij de invulling daarvan. Zo wordt er tevens gewerkt aan de sociale cohesie.