Wetsvoorstel verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs
Reactie
Naam
|
deugd.net (Dhr A. Vissers)
|
Plaats
|
Weert
|
Datum
|
28 juni 2018
|
Vraag1
Wat vindt u van het voorstel, zowel van de voorgestelde wettekst als de memorie van toelichting?
Na het Inspectierapport over burgerschapsvorming in 2016, is de ontwerpwet, inclusief memorie van toelichting, een prompte en soliede opvolging van dat Rapport. De huidige minister, de weledele Arie Slob is goed geplaatst om deze ontwerpwet in te dienen, aangezien hij eerder belangrijke nationale politieke functies heeft vervuld en bekend moet zijn met de staat van belangstelling/deelname in politiek en democratie van de student en van de burger. Uit wat ik zoal gelezen heb en uit de vergelijking met progressieve Scandinavische landen, lijkt het gehalte van burgerschap onder volwassenen en onder de jeugd niet optimaal. Hoogst wenselijk, zelfs noodzakelijk hier iets aan te doen en dat gebeurt dus dan ook. De Nederlandse jeugd behoort tot de best gevormde en meest gelukkige op de wereld. Hier een burgerschapscompetentie aan toe te voegen is welkom.
Vraag2
Biedt het wetsvoorstel voldoende handvatten om invulling te geven aan de burgerschapsopdracht?
Dit is een staaltje van goed professioneel en ambtelijk werk. Er wordt een diepgaande analyse gemaakt van het probleem, van de tekortkomingen en wat er aan gedaan moet en kan worden. Dit is een goed kader om effectieve burgerschapsvorming op te zetten en te controleren. Aan de formulering van de kerndoelen wordt gewerkt in de betrokken ontwikkelgroep van de curricuhumherziening. Die kerndoelen dienen te beantwoorden en complementair te zijn aan de nieuwe wettelijke voorschriften over burgerschapsvorming.
Er wordt in de Memorie van Toelichting wel gesproken over mensenrechten en mensenrechtenverdragen, maar ben er niet zeker van dat de Europese en mondiale dimensies voldoende aan hun trekken komen. Noodzakelijkerwijs is de wetgeving en de administratie op nationale grenzen gebaseerd, maar het is belangrijk dat de verdere dimensies ook tot hun recht komen. Je bent niet alleen Nederlands staatsburger, je moet ook Europees en wereldburger zijn. Ik ben er niet zeker van of dit in de wet of in de kerndoelen of in allebei verdisconteerd dient te worden, maar belangrijk is wel dat studenten die dimensies meekrijgen.