Wijziging van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009

Reactie

Naam Normec All Water Services (Onjuist rekenvoorbeeld stoffenbenadering W. van Mourik)
Plaats 's-Hertogenbosch
Datum 31 juli 2023

Vraag1

Heeft u opmerkingen of suggesties bij de wijziging van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009 en de toelichting?
In de Nota van toelichting wordt in 2.4 onder Stoffenbenadering ter illustratie een rekenvoorbeeld gegeven. In de vijfde alinea wordt een afgeleide coëfficiënt berekend van 0,000023 v.e./m³ en wordt aangegeven dat daarmee klasse 1 van toepassing is. Op zich is dat een juiste constatering daar de afvalwatercoëfficiënt > 0 en < 0,0013 bedraagt. In de praktijk zal de indeling in waterklasse 1 in de onderhavige situatie leiden tot een financieel nadeel voor de heffingplichtige van maar liefst € 78.961.

Dit financieel nadeel is als volgt te berekenen. Bij een ingenomen hoeveelheid water volgens opgave van 1.200.000 m³/jaar bedraagt de vervuilingswaarde volgens waterklasse 1: 1.200.000 m³/jaar x 0,001 v.e./m³/jaar = 1.200 v.e. De berekende vervuilingswaarde in het voorbeeld bedraagt 27,6 v.e. Het verschil tussen de berekende - en ‘tabel’ vervuilingswaarde bedraagt 1.200 v.e. – 27,6 v.e. = 1.172,4 v.e. Bij een gemiddeld tarief van € 67,35 (zie NvT 2.2 2e alinea) bedraagt het verschil dus € 78.961. De heffingplichtige zal dus nimmer gebruik gaan maken van de indeling in waterklasse 1 en zal het verzoek doen om te mogen meten, bemonsteren en analyseren voor de onderhavige lozing. Daar de vervuilingswaarde meer bedraagt dan 1.000 is de heffingplichtige zelfs onderzoeksplichtig.

Mijn advies is om het huidige rekenvoorbeeld niet als zodanig op te nemen. Wellicht kan daarvoor in de plaats een ander rekenvoorbeeld worden opgenomen. Hopelijk kunt u zich vinden in mijn advies.