Wet concretisering voorschriften inzake het ononderbroken ontwikkelingsproces, de kwaliteit van het onderwijs en het stelsel van kwaliteitszorg

Reactie

Vraag1

Als FvOv onderschrijven we de door de PO-raad aangegeven opmerkingen. Zeker ten aanzien van het toezichtskader van de inspectie waar evidence informed werken expliciet en als belangrijk punt genoemd wordt, verwachten we een onwenselijke uitkomst. De FvOv staat achter de doelstelling van evidence informed werken, waarbij ook de praktijkwerkelijkheid een belangrijke plaats inneemt, maar vreest voor tegenovergestelde gevolgen door het op te nemen in het toezichtskader van de inspectie. Door dit zo expliciet op te nemen, zal een schoolleiding minder ruimte voelen om aan de leraar te geven. Zij zijn bang dat ze zich moeten verantwoorden en zullen initiatieven van leraren minder ruimte geven. De professionele autonomie van de leraar komt daarbij in het gedrang. Hij wordt mogelijk veel meer gedwongen om een door een uitgever samengestelde methode te gebruiken in plaats van dat hij de ruimte ziet om zelf het voor zijn doelgroep meest passende materiaal te gebruiken of (evidence informed) te maken. We verwachten dat daardoor het zo gewenste curriculumbewustzijn van een leraar eerder verminderd wordt dan verbeterd, omdat het gebruik van een ‘methode’ geen noodzaak geeft tot het zelf bestuderen van het curriculum. Net als de PO-raad zijn wij van mening dat een rigide toezichtskader niet wenselijk is en dat gekeken moet worden hoe een vorm van stimulerend toezicht er wel voor kan zorgen dat evidence informed werken gestimuleerd en de staande praktijk wordt.

Ook voor leerlingen verwachten wij negatieve effecten, omdat kant-en-klare methodes nooit volledig passen voor een specifieke groep. Optimale omstandigheden en gebruik van middelen vergt altijd maatwerk en die ruimte dreigt te verdwijnen.