Wijziging van de Grondwet ter invoering van constitutionele toetsing

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Oldeberkoop
Datum 1 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het voorstel tot wijziging van de Grondwet ter invoering van constitutionele toetsing? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Met deze reactie wil ik nadrukkelijk wijzen op het volgende juridische knelpunt:

Op dit moment verplicht de ambtseed (of -belofte) ambtenaren uitdrukkelijk tot het naleven van de Grondwet. Tegelijkertijd verhindert artikel 120 Grondwet dat rechters wetten kunnen toetsen aan de Grondwet. In de praktijk betekent dit dat, wanneer een ambtenaar een wet moet toepassen die mogelijk in strijd is met de Grondwet, deze daartoe toch verplicht is — zonder mogelijkheid voor rechterlijke correctie of toetsing aan de hoogste nationale normen.

Hierdoor ontstaat een fundamentele inconsistentie binnen de rechtsstaat:
- Enerzijds leggen ambtenaren een (grond)wettelijk verankerde eed af op de Grondwet.
- Anderzijds is het voor alle uitvoerende bestuursorganen onmogelijk om af te wijken van lagere wetgeving, zelfs wanneer deze (mogelijk) strijdig is met de Grondwet, zolang er geen daadwerkelijke constitutionele toetsing mogelijk is.

Dit ondermijnt niet alleen de betekenis en de waarde van de ambtseed, maar ook de positie van de Grondwet als hoogste nationale rechtsbron. De eed verliest zo zijn normatieve kracht, en de Grondwet dreigt in de dagelijkse bestuurspraktijk een papieren werkelijkheid te worden. Alleen een effectieve rechterlijke toetsing aan de Grondwet geeft ambtenaren en burgers een reële mogelijkheid om terug te vallen op onze fundamentele constitutionele waarden.

Daarom vind ik het van essentieel belang dat de wijziging van artikel 120 onverkort en voortvarend wordt doorgevoerd, en dat deze wijziging tenminste zoveel grondrechten omvat als waarop de ambtseed is gegrond. Zo wordt het gezag van de Grondwet daadwerkelijk gewaarborgd in wetstoepassing én bestuurspraktijk, waardoor de rechtsstatelijke belofte van de eed zijn volle betekenis terugkrijgt.