Wetsvoorstel strafbaarstelling conversiehandelingen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Grou
Datum 14 februari 2022

Vraag1

U kunt reageren op alle aspecten van het initiatiefwetsvoorstel.
Ik kan mij niet vinden in dit wetsvoorstel. Alhoewel ik van mening ben dat een ieder de vrijheid moet hebben om zich ook seksueel gebied te kunnen uiten en te ontwikkelen op een manier die recht doet aan zijn of haar persoonlijke beleving, zal een verbod op conversiebehandelingen ook andere aspecten van het leven en de persoonlijke keuzevrijheid van mensen belasten. Het zou dan namelijk ook de vrijheid van godsdienst belemmeren. Volgens velen is een seksuele relatie, anders dan die God voor ogen heeft, niet toegestaan. Een verbod zou daarmee een inperking van de godsdienstvrijheid betekenen, immers zelfs het bidden om genezing zou door dit wetsvoorstel mogelijk stafbaar kunnen zijn. Het voorstel dwingt feitelijk religieuze gemeenschappen om te leven naar wat de wet hen voorschrijft en het leven naar Gods wil (een vrije keuze in dit opzicht) te beperken. Dat zou men niet moeten willen.

Vraag2

De initiatiefnemers hebben geprobeerd een balans te vinden tussen de bescherming van personen tegen de schadelijke gevolgen van conversiehandelingen enerzijds en de persoonlijke autonomie van bekwame volwassenen anderzijds. Gekozen is voor het algeheel verbieden van het aanbieden van de handelingen en het uitvoeren te verbieden bij minderjarigen en bij meerderjarigen als dat gebeurt door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht (p. 15 en 27 van de memorie). Initiatiefnemers zijn benieuwd hoe deze constructie wordt gewaardeerd in het licht van alternatieven, zoals een klachtdelict en een alternatieve leeftijdsgrens.
Het zou beter zijn om door middel van een intake gesprek te bepalen in hoeverre de wens tot conversie door de omgeving van het individu wordt bepaald. Op die manier zou het duidelijk moeten worden dat de conversie een wens is van de patient. In de huidige vorm wordt te makkelijk bepaald wanneer het verboden zou moeten worden en heeft degene die de therapie ondergaat feitelijk geen stem. Het zou daarom beter zijn om voorafgaande aan zo'n therapievorm, de patient een gesprek te laten hebben met een onafhankelijke deskundige om de wilsbekwaamheid vast te laten stellen.