Differentiatie vliegbelasting

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Loon op Zand
Datum 7 februari 2025

Vraag1

Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.

1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Ja. Lange vluchten leiden tot meer emissies dan korte, dus moet de belasting ook proportioneel hoger.

Vraag2

Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.

2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Zeer korte vluchten verdienen het ontmoedigd te worden ten gunste van trein- of autovervoer. Maar een vliegtaks is bedoeld om de gevlogen kilometers eerlijker te beprijzen. Kortere vluchten leveren wellicht relatief meer uitstoot op per kilometer, maar de meeste uitstoot wordt nog altijd veroorzaakt door langere vluchten, waar momenteel nog nauwelijks wordt gecompenseerd. Een extra belasting voor zeer korte vluchten heeft daarom nu geen prioriteit nodig; de langere vluchten verdienen voorrang.

Vraag3

3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Ja, omdat het aantal gevlogen kilometers maatgevend moet zijn.

Vraag4

Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.

4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Nee. De daadwerkelijk gevlogen afstand is de eerlijkste maatstaf voor de te betalen vliegtaks. Waar de bestemming ligt moet niet uitmaken. Er moeten dus geen afwijkende tarieven komen voor specifieke landen of gebieden.

Vraag5

De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.

5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Het gelijk belasten van alle soorten vluchten en passagiers is niet meer dan eerlijk. Uitzonderingen voor transferpassagiers en vluchten met een lager gewicht zijn onrechtvaardig en inefficiënt. Iedereen moet betalen op dezelfde grondslag: het aantal gevlogen kilometers.