Recht op digitaal consult voor zover passend bij goede zorg
Reactie
|
Naam
|
Anoniem
|
|
Plaats
|
Utrecht
|
|
Datum
|
6 oktober 2023
|
Vraag1
U kunt reageren op alle aspecten van het wetsvoorstel.
In de eerste plaats is deze wetswijziging onnodig. De wet regelt nu al dat de zorgaanbieder doelmatige zorg levert. Dat kan op verschillende manieren, waaronder het videoconsult. Deze mogelijkheid (sic!) er specifiek uitlichten als recht schiet het doel voorbij.
In de tweede plaats maken vereisten vanuit AVG en informatieveiligheid (NEN7510ev) dat er niet slechts veilige apparatuur en applicaties aangeschaft moeten worden, maar dat hiervoor ook technisch beheer noodzakelijk is. Niet alleen aan de kant van de zorgaanbieder, maar ook aan de kant van de patiënt. Het hebben van een device (BYOD) is hiervoor onvoldoende.
In de derde plaats volgt hieruit dat er kosten zijn verbonden aan het videoconsult die gek genoeg nog vaak niet zonder meer worden vergoed door de zorgverzekeraar. De verzekeraars hebben in hun inkoopbeleid de mond vol over 'digitaal tenzij', maar werpen nog altijd belemmeringen op om de bekostiging van (veilige) digitale zorg te regelen. Dit voorstel gaat hier totaal aan voorbij.
Vraag2
Dit voorstel regelt dat een patiënt kan verzoeken om een digitaal consult (videoconsult). De zorgaanbieder wijst dit verzoek toe, of legt uit dat bij een digitaal consult in dat geval geen goede zorg geleverd kan worden. Hoe beoordeelt u deze toepassing van het principe van comply or explain? Zie ook paragraaf 4 van de memorie van toelichting.
Dit is als uitgangspunt niet vreemd. Maar de kans is levensgroot dat de patiënt alleen maar hoort dat hij een recht heeft.
Bovendien zal elke patiënt weer met een andere applicatie aankomen (de tabel in voetnoot 11 noemt er 36 en is niet compleet) die niet met elkaar communiceren. De patiënt zal verwachten dat de zorgaanbieder met de applicatie van zijn keuze werkt, maar dat is voor de zorgaanbieder ondoenlijk. Het voorstel werkt onvoldoende uit dat de zorgaanbieder (vanuit de plicht tot goede en veilige zorgverlening) bepaalt op welke wijze het videoconsult kan plaatsvinden.
