Doorbraakaanpak onderwijs en jeugdhulp
Reactie
Naam
|
VlinderVeerkracht (Natasja Hoogerheide)
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
19 november 2020
|
Vraag1
Wat is uw mening over het wetsvoorstel?
Graag geef ik een reactie op de volgende twee passages uit het wetsvoorstel:
* Onderdeel 'De taak die samenwerkingsverbanden krijgen ten aanzien van verzuim moet aansluiten bij en in verhouding staan tot de zorgplicht die scholen hebben': In het wetsvoorstel staat dat school in overleg met de ouders een zo passend mogelijke plek zoekt. Dit kan de eigen school zijn, een andere school als de school van keuze de benodigde hulp niet kan bieden of een school voor (voortgezet) speciaal (basis)onderwijs. In de derde onderwijs- en zorgbrief die onlangs is verschenen staat dat in het schooljaar 2023-2024 een experiment zal starten (waarvan ik hoop dat dat veel eerder kan gaan plaatsvinden en gelukkig heeft minister Slob daar in het debat passend onderwijs ook iets in die richting over gezegd) om te onderzoeken wat er gebeurt als bepaalde wet- en regelgeving niet van toepassing is, zodat kinderen en jongeren die niet in een schoolse omgeving zich kunnen ontwikkelen dat kunnen op een plek waar zij zich veilig voelen (zoals nu al in diverse proeftuinen gebeurt, zoals bij Linawijs). De wet waar deze consultatie over gaat zal ingaan voordat de wet in kan gaan waar het experiment aan vooraf gaat. Ik mag dan ook aannemen dat 'Dit kan de eigen school zijn, een andere school als de school van keuze de benodigde hulp niet kan bieden of een school voor (voortgezet) speciaal (basis)onderwijs' te smal geformuleerd is en dat in een doorbraakaanpak ook meegenomen gaat worden dat een leerling naar een andere plek dan een school gaat, als aanloop naar het LEERRECHT dat er gaat komen.
* Dat geldt dan ook voor onderdeel e uit het wetsvoorstel: 'In een aantal gevallen zal niet direct de optimale oplossing geboden kunnen worden en zal er gewerkt moeten worden met een plan om de leerling zo snel mogelijk een passende onderwijsplek met ondersteuning vanuit jeugdhulp te kunnen bieden. Dit traject zal nauwlettend gevolgd moeten worden, waarbij de procesregisseur een regierol houdt. In andere gevallen kan de hulpvraag zo zijn dat eerst jeugdhulp in beeld komt, voordat terugkeer in het onderwijs plaats kan vinden.' Om dezelfde reden als ik hierboven beschrijf kan ik aannemen dat het ook zo zou moeten kunnen zijn dat er geen terugkeer in het onderwijs plaats kan vinden, maar dat de juiste plek zich ergens anders bevindt, bijvoorbeeld bij Linawijs of elke andere gelijkwaardige nu proeftuin en straks binnen het leerrecht permanente voorziening.