Doorbraakaanpak onderwijs en jeugdhulp
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Den Hoorn
|
Datum
|
3 januari 2021
|
Vraag1
Wat is uw mening over het wetsvoorstel?
Het Wetsvoorstel Doorbraakaanpak is gericht op symptoombestrijding in plaats van op de kern van de thuiszittersproblematiek; het gebrek aan passend onderwijs.
Minister Slob geeft aan het leerrecht te willen verankeren in de wet middels een landelijke norm van basisondersteuning, gecombineerd met zorgplicht en dekkend aanbod. Zorgplicht hebben scholen nu ook al en de samenwerkingsverbanden dienen ook nu al voor een dekkend aanbod zorg te dragen (Artikel 18a Wet op primair onderwijs en Artikel 17a Wet op het voortgezet onderwijs) De praktijk is echter dat dit voor uitzonderlijk hoogbegaafden NIET gebeurt. Er is in Nederland géén passend onderwijs voor deze kinderen, waardoor veel van deze kinderen thuiszitter worden en - ernstig beschadigd door gebrek aan passend onderwijs - in de jeugdzorg terechtkomen.
In plaats van te richten op het uitvalproces en de leerplicht (met mogelijk nog verdere beschadiging van thuiszitters), zou er vanuit leerrecht gekeken moeten worden. Volgens internationale verdragen hoort onderwijs gericht te zijn op “de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind” (artikel 29, eerste lid sub) Er bestáát in Nederland geen onderwijs dat hieraan voldoet voor het uitzonderlijk hoogbegaafde kind. Dát is de kern van het probleem van deze leerlingengroep.
Minister Slob, namens de Nederlandse uitzonderlijk hoogbegaafde leerlingen vraag ik u dringend de problematiek bij de kern aan te pakken: Creer een passend onderwijsaanbod voor deze leerlingen zodat ook zij zich op sociaal, emotioneel en cognitief gebied kunnen ontwikkelen.