Doorbraakaanpak onderwijs en jeugdhulp

Reactie

Vraag1

• In Amsterdam werken gemeente en Samenwerkingsverbanden al langer samen in de richting van het wetsvoorstel. De ervaring leert dat niet zozeer dwang of verplichting helpen om tot doorbraken te komen maar vooral tijd, aandacht en voldoende, kwalitatief goede professionele inzet.
Er zijn al procesregisseurs actief, op grond van hun rol en positie in het veld. Een verplichte extra regisseur zou die aanpak compliceren en in de hand werken dat partijen afwachten of doorverwijzen, waar ze zelf aan zet zijn. Amsterdam pleit daarom voor zoveel mogelijk ruimte voor lokaal maatwerk in de wet.

• Amsterdam vindt dat deze wet niet een op zichzelf staande, losse wet zou moeten zijn, maar integraal onderdeel van een geheel aan samenhangende maatregelen om thuiszittende kinderen te helpen.

• Voor bepaalde kinderen is zeer specifiek maatwerk nodig. In de praktijk is dat niet altijd mogelijk, omdat bijvoorbeeld de Inspectie ingrijpt (op basis van haar opdracht).
Wij denken aan: onderwijs op andere locatie, onderwijsbekostiging van leerlingen die minder dan 50% onderwijs kunnen volgen, ruimere toepassing van de Variawet, de mogelijkheid om onderwijspersoneel op een zorglocatie te kunnen inzetten en vice versa en pilots met ontschotting van onderwijs- en zorgmiddelen. Deze laatste heeft het Rijk weliswaar aangekondigd, maar uitwerking laat op zich wachten.

• Cruciale randvoorwaarden om tot doorbraken te komen zijn:
1) voldoende goed gekwalificeerd onderwijspersoneel.
Gebrek aan personeel in SO leidt tot wachtlijsten waar een doorbraakaanpak geen oplossing voor is. Ook reguliere scholen moeten voldoende ogen en handen in de klas hebben om leerlingen te steunen die extra aandacht nodig hebben.
2) voldoende (middelen voor) goed gekwalificeerde jeugdhulp.
Zoals gezegd: tijd en aandacht zijn cruciale factoren bij het vinden van oplossingen, samen met ouders, van de vaak complexe situaties van thuiszitters.

• Uit registraties van de gemeente blijkt dat ca. 50% van de Amsterdamse thuiszitters voortkomt uit een situatie van langdurig ziekteverzuim (geoorloofd verzuim). Ook voor scholen zelf blijkt dit een lastige factor. Langdurig zieke leerlingen zijn vaak niet of te laat in beeld, waardoor de situatie verergert. De gemeente pleit voor een duidelijke richtlijn voor scholen voor (het melden van) geoorloofd verzuim en een rol voor leerplicht hierbij, zodat alle partijen (school, jeugdarts, leerplicht, jeugdhulp, etc.) eerder kunnen handelen.