Subsidieregeling DUMAVA
Reactie
Naam
|
Bouwstenen voor Sociaal (N. de Haan)
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
28 april 2022
|
Vraag1
Wat is uw algemene reactie op de conceptregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed inclusief de toelichting?
Fijn/hard nodig om het maatschappelijk vastgoed naar een beter kwaliteitsniveau te brengen. Maar lost het probleem niet op.
Doel is in lijn met wat breed wordt onderschreven door het rijk, decentrale overheden en maatschappelijk organisaties. Maar de regeling wijkt af van gemaakte afspraken over de uitvoering:
-verhouding tussen rijk/gemeenten (trap op trap af, decentralisatie onderwijshuisvesting, regie op uitvoering)
-afspraken rond de routes voor het verduurzamen en gewenste programmatische/kosteneffectieve aanpak op portefeuille- of gebiedsniveau.
-structureel te weinig geld voor het in stand houden van voorzieningenniveau, laat staan voor de extra investeringen die nodig zijn. Met incidenteel geld kan je geen vastgoed financieren. Daarvoor is structureel geld nodig.
Losse regelingen maken de uitvoering extra complex/tijdrovend door afwijkende en steeds verschillende verdelingsprincipe, tijdpad en wijze van verantwoorden; tijd die we liever in de uitvoering steken.
Gemeenten, scholen, sportverenigingen en maatschappelijke stichtingen/verenigingen moeten met elkaar concurreren. Niet iedere organisatie is even bedreven in het aanvragen. Vraag is of daarmee een eerlijke verdeling tot stand komt. Daarbij ontstaat een onoverzichtelijke wirwar aan regels en geldstromen, terwijl juist regie op lokaal niveau nodig is.
Het is niet helder wat de achtergrond en argumentatie is voor de verdeling van de 525 miljoen euro over rijksvastgoed (waarom), het ontzorgingsprogramma (wie heeft daarom gevraagd) en lokale partijen (waarom in een lokale arena-constructie versnipperd over sectoren en verschillende tijdsperioden).
Het lijkt ons dat er een eenvoudigere constructie mogelijk moet zijn. Bijvoorbeeld:
-x bedrag voor rijksvastgoed en andere organisaties met een bovenlokale functie (ziekenhuizen, universiteiten, hogescholen, mbo's). Die hebben vaak een goede vastgoedafdeling en minder behoefte aan ontzorging;
-x bedrag voor gemeenten, lokaal te verdelen in verband met hun zicht op lokale belangen, hun regiefunctie (scholen, sport, buurthuizen, zorg, culturele voorzieningen), de mogelijkheid voor een kosteneffectieve aanpak en hun mogelijkheid het geld goed te verdelen (subsidies, leningen, hulp). Deel voor ontzorgen zo verdeeld dat iedere gemeente 1 fte verduurzamen publiek gefinancierd vastgoed kan aannemen (en leert zorgen).
Vraag2
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op hoofdstuk twee: het aanvragen van subsidie voor (combinaties van) verduurzamingsmaatregelen?
Het is niet helder hoe deze regeling zich verhoudt tot andere en provinciale regelingen.
Maatregelen om het ruimtegebruik te beperken (meervoudig ruimtegebruik, hogere bezettingsgraad) vallen buiten de scoop. Zeker in krimpregio’s dragen dit soort kosteneffectieve oplossingen bij om voorzieningen in stand te houden.
De vraag speelt of de borging via de-minimus van de vergoeding van de kosten voor energie-advies (max. 50%) rechtmatig is. In de praktijk zullen er ook initiatiefnemers zijn met een exclusief leveringscontract, die niet de-minimis proof zijn. Ook kunnen op dezelfde subsidiabele kosten ingewikkelde top-up bepalingen gelden tussen de-minimis steun en reguliere staatssteun instrumenten. Alternatief: neem niet de de-minimis route, maar borg energieadvies onder artikel 49 van de AGVV (mag ook max. 50% en voor kleine ondernemingen zelfs naar 70%, dan is er dus ook nog ruimte voor lokale cofinanciering).
De hoogst mogelijke besparing zou uitgangspunt moeten zijn. In de regeling staan voornamelijk grote maatregelen, terwijl een combinatie van kleine maatregelen ook doeltreffend kan zijn. Daarnaast valt gedrag niet onder de maatregelen, daar valt juist veel op te winnen.
Veel maatschappelijk vastgoed bestaat door vrijwilligers, deze mensen moeten worden geholpen in de aanvraag.
Onduidelijk waar de aanvraag precies aan moet voldoen. Zijn alleen de kadastrale gegevens, de leeftijd van het gebouw en een energieadvies voldoende of zijn offertes e.d. ook verplicht?
Vraag3
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op hoofdstuk drie: het aanvragen van subsidie voor integrale verduurzamingsprojecten?
Het gaat niet alleen om maatregelen. Maatschappelijk vastgoed heeft vaak meerdere gebruikers en betrokken partijen, daar is geen rekening mee gehouden. Hier is meer begeleiding, sturing en afstemming nodig.
Vraag4
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op de maatregelenlijst uit bijlage twee?
Gedragsmaatregelen ook meenemen. Hoe zit het met de BTW? Subsidies voor zonnepanelen zijn soms erg ingewikkeld voor kleinere organisaties.
Vraag5
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op de beschreven definitie voor maatschappelijk vastgoed welke fungeert als afbakening van de doelgroep binnen de regeling?
Zie algemene opmerking.
Grote investeringen in vastgoed dat er over 10 jaar niet meer is; is niet handig. In een portefeuille-aanpak wordt hier rekening mee gehouden.
Partijen die inkomsten- en vennootschapsbelastingen moeten betalen lijken buiten de regeling te vallen, zoals maatschappelijke stichtingen, verenigingen en welzijnsorganisaties. Te denken valt aan scouting, Jong Nederland, culturele instellingen zonder ANBI, hondenclubs etc. Aan de andere kant vallen er ook organisaties onder de regeling die maatschappelijk relevant zijn maar via de private weg worden georganiseerd.
Vanwege diversiteit in eigendomsverhoudingen voorwaarden meer baseren op degene die de investeringen doet en daar het profijt van heeft, waarschijnlijk de hoofdgebruiker.
Wie het eerst komt wie het eerst maalt. Het is een ruime doelgroep en het lijkt erop dat één aanvrager meerdere aanvragen mag doen. Hoe ga je dan om met grote vastgoedeigenaren ten opzichte van eigenaren met één gebouw?
Bijlage