Wet duurzaam stelsel rechtsbijstand

Reactie

Naam Van Oppen Advocaten sinds 1912 (mr. H.C. Egger-van Oppne)
Plaats Vierlingsbeek
Datum 27 maart 2017

Vraag1

Hoe beoordeelt u de wenselijkheid van aanvullende inschrijvingsvoorwaarden voor rechtsbijstandverleners die rechtzoekenden bijstaan met een achterliggend maatschappelijk (niet-juridisch) probleem dat telkens tot een nieuw beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand leidt (multiproblematiek, zie par. 4.2.4 van het algemene deel van de toelichting)?
Dat is niet nodig. Advocaten die gesubsidieeerde rechtsbijstand verlenen proberen dat al zo efficient mogelijk te doen, aangezien de opbrengst nauwelijks nog loont gelet op de tijd die aan dergelijke zaken besteed dient te worden. Verder specialisatie-eisen hebben geen toegevoegde waarde en zullen leiden tot te weinig beschikbare advocaten voor de rechtzoekende. Het is nu al vaak een probleem om een advocaat te vinden die op toevoegingsbasis wil optreden.

Vraag3

Welke rechtsvorderingen gegrond op Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek dienen volgens u al dan niet onder het bereik van de maatregel scheiden op basis van gezinsinkomen te vallen (zie memorie van toelichting, onder par. 4.2.5.3 en onder artikel 26, eerste lid, onderdeel b)?
Alleen verzoeken of vorderingen op gezamenlijk verzoek van de leden van een gezin. Anders is de onafhankelijkheid van de ingeschakelde advocaat onvoldoende gewaarborgd.

Vraag4

Welke andere type zaken, naast echtscheidingszaken en multiproblematiek, zouden zich naar uw oordeel lenen voor trajecttoevoegingen?
geen.