Wijziging Omgevingsregeling eDNA als erkende maatregel

Reactie

Naam Ecologisch adviesbureau Habitus (B Brandt)
Plaats Bodegraven
Datum 17 januari 2025

Vraag1

Wilt u reageren op dit voorstel?
Ecologisch adviesbureau Habitus onderschrijft allereerst de reacties gegeven door onder meer de Zoogdiervereniging en Netwerkgroene bureaus (werkgroep E-DNA en Vleermuisvakberaad).
Wij zijn ook voor innovatie en zien ook kansen voor e-dna in de toekomst als hulpmiddel. Echter zijn voor ons de belangrijkste bezwaren:
1. De onderzoeken waarop het gebaseerd is bevatten hele beperkte steekproeven en is in de huidige vorm onvoldoende om deze vergaande conclusies aan te verbinden.
2. Het valt ons op dat steeds vaker wordt gesproken over dat zowel met sporen onderzoek als met e-dna zogenaamd veel meer verblijfplaatsen van vleermuizen worden gevonden als met regulier vleermuisprotocol onderzoek. Wat wat wordt er nou daadwerkelijk gevonden? Is elke plek met een poepje of e-dna per definitie een verblijfplaats? (dus bijv. elke openstootvoeg) . Bij regulier protocolonderzoek breng je bijvoorbeeld een paarterritoria inkaart. En daarbij weet je als vleermuisdeskundige dat binnen dat paarterritoria allerlei plekken (lees= open stootvoegen) gebruikt kunnen worden als in- en uitvliegplek. Dus vleermuizen van 1 paarterrritoria kan 10 tot 100 openstootvoegen gebruiken als in-en vliegplek. Gaan we dan straks met edna die 10 tot 100 openstootvoegen met edna als verblijfplaats beschouwen?
3. Wij vinden dat op dit moment onduidelijk is welke stappen en procedures doorlopen moeten worden als er vleermuis dna is aangetroffen. Door diverse partijen is er al op gewezen dat er wettelijk onjuiste vervolgstappen worden benoemd. Wij verwachten een uitgewerkt hoofdstuk op dit punt. Idem voor afwezigheid van dna.
4. Wij willen er tevens op wijzen dat zeker bij het onderzoeken van woonblokken op dna de kans dat vleermuis dna aanwezig is bijna 100% is. Als daarna alsnog aanvullend onderzoek nodig is om functie- en aantal te bepalen is de meerwaarde voor dat soort project erg gering.
5. Wij zien kansen juist voor boomholtes (waar je vaak maar beperkt aantal in- en uitvliegplekken hebt). en gebouwen waar maar echt een enkele invliegplek is. Maar juist bij appartementsgebouwen, en woningen met spouwmuren en openstootvoegen zal in de overgrote gevallen vleermuisdna aanwezig zijn.

Wij hopen en gaan er vanuit dat de erkenning van edna als onderzoeksmethode voor vleermuizen wordt teruggetrokken, de reacties worden geanalyseerd en het onderzoek naar de mogelijkheden met edna wordt voortgezet en uitgebreid.