Recht op een eerlijk proces in de Grondwet

Reactie

Naam Gerechtshof Amsterdam (mr.dr. MFJM de Werd)
Plaats Amsterdam
Datum 26 augustus 2014

Vraag1

Wat vindt u van de voorgenomen bepaling over het recht op een eerlijk proces?
U kunt reageren op alle onderdelen van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting.
Met betrekking tot art. 17, tweede lid, concept: begrijpelijk is dat in verband met de terminologie voor 'rechter' en niet voor 'gerecht' is gekozen (zoals bv in art. 6 EVRM). Dit kan echter tot onduidelijkheden leiden.

Gelet op de Straatsburgse onpartijdigheidsjurisprudentie kan de schijn van partijdigheid (ontbreken van de objectieve onpartijdigheid) ook door medewerkers bij een gerecht (secretarissen/griffier e.d.) worden gewekt. Uit de MvT haal ik niet dat onder ‘rechter’ ook deze categorie valt. Men kan zich - bijvoorbeeld - voorstellen dat in de toekomst het dragen van een hoofddoek door een griffier - of de etnische herkomst van medewerkers, justitiabelen van buitenlandse afkomst vrees aanjaagt. In het asielrecht heeft dat probleem zich al vaker voorgedaan. men kan zich ook heel andere casusposities voorstellen.

Ook overigens valt uit contacten met gerechten niet uit te sluiten dat ooit in een procedure de bejegening door medewerkers van een gerecht in het kader van de onpartijdigheid zal worden aangevochten.

Zie ook: Werd, M.F.J.M de (2002). Wraking van rechters en niet-rechters. Who’s hot and who’s not? Trema,
nr. 1, p. 51-56.