Eerste tranche aanpassing Wpg

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Epe
Datum 9 juni 2022

Vraag1

Er kan worden gereageerd op alle aspecten van het wetsvoorstel en de toelichting.
De voorgestelde regeling gaat ervan uit dat het de taak van de overheid is om te voorkomen dat we sterven, of in ieder geval te zorgen dat we zo lang mogelijk vrij zijn van ziekte. Het gevolg van die premisse is dat het goede leven onmogelijk wordt als de minister vindt dat er sprake is van een noodsituatie. De afgelopen jaren is gebleken dat de overheid aan de hand van een theoretisch model – feitenvrij – allerlei besluiten neemt die de rechten van mensen verregaande inperken, terwijl achteraf blijkt dat die modellen niet kloppen en de resultaten door politieke inmenging bezoedeld zijn. Zeer zorgelijk is dat het maatschappelijke en het wetenschappelijke debat door politiek, rechtspraak en media sterk is ingeperkt: wat de staat zegt is waar, wie wat anders zegt verspreidt desinformatie.
Heeft de staat het recht om zo verregaand in te grijpen in de grondrechten van mensen op grond van de levensovertuiging dat het leven louter materieel is? De facto dus bij gebrek aan levensbeschouwing, religie of spiritualiteit. De mens als materieel object waarop kan worden ingegrepen, dat een financiële waarde heeft en dat fysiek op orde moet zijn? Een staat die het leven als materieel beschouwd is geen democratische staat. In elke democratie wordt rekening gehouden met minderheden, i.c. groeperingen die hun leven niet door een wetenschappelijk model willen laten leiden maar op grond van hun eigen levensbeschouwing het goede leven willen leiden.
Dat bij het goede leven ook ziekte, dood en lijden hoort is in eigenlijk elke levensbeschouwelijke of religieuze stroming vanzelfsprekend. De vraag is hoe een mens daarmee om hoort te gaan. Moeten we elk risico op lijden vermijden, uitsluiten en bestrijden? Of moeten we leren hoe we daarmee om moeten gaan of welke zin daarin soms schuil kan gaan? De geestelijke armoede die uit de praktijk van de Wet Publieke Gezondheid spreekt is stuitend en deze wet zou wat mij betreft zo snel mogelijk moeten worden afgeschaft tezamen met het lijstje van enge en niet zo enge ziekten. De afgelopen jaren heeft de staat zich onbetrouwbaar betoond en is daarom dit soort machtsmiddelen niet waardig.