Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs.
Reactie
| Naam | mr. D. Voogd-Ruisch |
|---|---|
| Plaats | Zwijndrecht |
| Datum | 23 maart 2011 |
Vraag1
Wilt u aangeven in welke hoedanigheid u onderstaande vragen beantwoordt (leerkracht po, bestuurder po, schoolleider po, leerkracht vo, bestuurder vo, ouder, of anders?Ouder
Vraag2
Vindt u het een goede keuze dat de centrale eindtoets alleen Nederlandse taal en rekenen-wiskunde toetst, of bent u van mening dat ook wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde en natuur, waaronder biologie) deel moet uitmaken van de eindtoets?Ik ben tegen verplichte invoering van de cito-eindtoets. er wordt al genoeg getoetst, dus dan maar zonder wereldorientatie.
Vraag3
Op de meeste basisscholen (85%) leggen leerlingen in groep 8 nu in de eerste week van februari de Cito-eindtoets af. Wat vindt u van het voorstel en de argumenten om de eindtoets niet meer in februari af te nemen, maar in de periode tussen half april - half mei?Onzin! Scholen zijn ten eerste prima in staat zelf te bepalen of ze al dan niet de cito willen afnemen. Vercshuiving in tijd heeft geen zin vooral omdat de uitslag van de toets dan altijd te laat komt voor de aanmelding op de nieuwe school. Wat de cito-eindtoets ook weer overbodig maakt.
Vraag4
Wat vindt u van het voornemen om voor alle scholen het systematisch werken met en het toepassen van een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) verplicht te stellen?Deelt u de mening dat goed gebruik van een lovs één van de instrumenten is om te werken aan betere onderwijskwaliteit en hogere leeropbrengsten?
Veel scholen werken er al mee. Wat mij betreft is het leerlingvolgsysteem zelf voldoende om de leerling goed te kunnen volgen. Ik mis dat leerling centraal zou moeten staan. Het moet niet een middel zijn voor een betere kwaliteit van scholen. Ouders zijn prima zelf in staat een school voor hun kinderen uit te kiezen, daar hoeft de overheid niet bij te assisteren.
Vraag5
De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel beschrijft plannen voor het meten van de toegevoegde waarde/leerwinst van scholen. Daarbij wordt ook gekeken naar de functie van een begintoets (§4.3). Op den duur dienen deze elementen een grotere rol te spelen bij de beoordeling van scholen. Heeft u opvattingen over het ontwikkelen van een maat voor de toegevoegde waarde/leerwinst van het onderwijs, over de functie en inhoud van een begintoets en/of over de inrichting van pilots op dit gebied?Laat kinderen vooral kinderen zijn en begin niet met toetsen als die kinders net op school komen kijken. Ook hier gaat het weer niet om de kinderen maar om de beoordeling van de scholen, over de ruggen van de kinderen. Ik verwijs naar mijn bijgevoegde brief.