Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs.

Reactie

Naam De Activiteit (Drs. N. Fijma)
Plaats Alkmaar/'s-Hertogenbosch
Datum 3 april 2011

Vraag1

Wilt u aangeven in welke hoedanigheid u onderstaande vragen beantwoordt (leerkracht po, bestuurder po, schoolleider po, leerkracht vo, bestuurder vo, ouder, of anders?
Onderwijspedagoog en nascholer primair onderwijs

Vraag2

Vindt u het een goede keuze dat de centrale eindtoets alleen Nederlandse taal en rekenen-wiskunde toetst, of bent u van mening dat ook wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde en natuur, waaronder biologie) deel moet uitmaken van de eindtoets?
Ongeveer 25% van de basisscholen is bezig met conceptgestuurde onderwijsvernieuwing. Het betreft dan ondermeer Jenaplanscholen, Daltonscholen, Ervaringsgerichte scholen en Ontwikkelingsgerichte scholen. Het zijn scholen met een pedagogisch perspectief en voorlopers als het gaat om Passend Onderwijs. Veel van deze scholen worden in hun streven ernstig belemmerd door de stringente verplichting leerlingen te toetsen op een wijze die niet aansluit bij de brede vorming die zij voor ogen hebben. Deze insteek voor brede vorming is overigens geheel in de bedoeling van de niet-selectieve basisschool! (Het bedoelde brede curriculum van de basisschool, waarin kennis en vaardigheden hand in hand gaan met identiteitsvorming is inmiddels ingewisseld voor een smalle variant: op zich staande aandacht voor basisvaardigheden).
Deze scholen hebben andere manieren van toetsen en andersoortige toetsinstrumenten nodig. Binnen Ontwikkelingsgericht Onderwijs loopt er al enkele jaren een ontwikkeltraject hiervoor. Het betreft een samenwerkingsverband tussen de afdeling Onderwijspedagogiek van de VU (prof.dr. B. van Oers) en De Activiteit, het landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs in Alkmaar/'s-Hertogenbosch.
Het is eigenlijk te gek voor woorden dat toetsen, waar vanuit het veld zoveel kritiek op is (zie ook de 24.000 handtekeningen van de actie Red het Basisonderwijs), verplicht worden en steeds uit dezelfde 'toetsfabriek' komen.

Vraag3

Op de meeste basisscholen (85%) leggen leerlingen in groep 8 nu in de eerste week van februari de Cito-eindtoets af. Wat vindt u van het voorstel en de argumenten om de eindtoets niet meer in februari af te nemen, maar in de periode tussen half april - half mei?
Zie het antwoord op vraag 2. Als scholen met een passend instrumentarium gedurende de gehele schoolloopbaan de (brede en specifieke) ontwikkeling van de leerlingen, op een wetenschappelijk verantwoorde wijze, in beeld brengen is dit 'eindexamen' helemaal niet nodig!

Vraag4

Wat vindt u van het voornemen om voor alle scholen het systematisch werken met en het toepassen van een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) verplicht te stellen?
Deelt u de mening dat goed gebruik van een lovs één van de instrumenten is om te werken aan betere onderwijskwaliteit en hogere leeropbrengsten?
Uiteraard moeten leerkrachten een instrumentarium hebben waarmee zij 'vooruit kunnen lopen' op de ontwikkeling van de kinderen. Dat gaat niet lukken met de soort toetsen die nu voor handen zijn. Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag5

De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel beschrijft plannen voor het meten van de toegevoegde waarde/leerwinst van scholen. Daarbij wordt ook gekeken naar de functie van een begintoets (§4.3). Op den duur dienen deze elementen een grotere rol te spelen bij de beoordeling van scholen. Heeft u opvattingen over het ontwikkelen van een maat voor de toegevoegde waarde/leerwinst van het onderwijs, over de functie en inhoud van een begintoets en/of over de inrichting van pilots op dit gebied?
Het is een illusie te denken dat je heel precies de meerwaarde van de school op de ontwikkeling in beeld kan krijgen. Terwijl de school/de leerkracht er natuurlijk wel toe doet! Help dus de leerkracht het werk zo goed mogelijk te doen en natuurlijk zal de leerkracht zich verantwoorden voor haar/zijn deel. Maar nogmaals: vanuit een breder pedagogisch perspectief en met de juiste instrumenten (in plaats van begin- en eindtoetsen). Ondersteun de leerkrachten in hun pedagogisch-didactisch handelen zodat ze in staat zijn steeds beter kinderen te helpen in hun ontwikkeling.