Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs.
Reactie
Naam | Konot (JLGJ Morsink) |
---|---|
Plaats | Oldenzaal |
Datum | 3 maart 2011 |
Vraag1
Wilt u aangeven in welke hoedanigheid u onderstaande vragen beantwoordt (leerkracht po, bestuurder po, schoolleider po, leerkracht vo, bestuurder vo, ouder, of anders?Bestuurder
Vraag2
Vindt u het een goede keuze dat de centrale eindtoets alleen Nederlandse taal en rekenen-wiskunde toetst, of bent u van mening dat ook wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde en natuur, waaronder biologie) deel moet uitmaken van de eindtoets?Wereldoriëntatie dient (optioneel)te worden toegevoegd.
Vraag3
Op de meeste basisscholen (85%) leggen leerlingen in groep 8 nu in de eerste week van februari de Cito-eindtoets af. Wat vindt u van het voorstel en de argumenten om de eindtoets niet meer in februari af te nemen, maar in de periode tussen half april - half mei?De eindtoets af te nemen in mei draagt zorg voor een betere, en versterkte, doorgaande lijn in ons onderwijs.
Het levert extra tijd op voor de vakken die voorkomen in de eindtoets.
Vraag4
Wat vindt u van het voornemen om voor alle scholen het systematisch werken met en het toepassen van een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) verplicht te stellen?Deelt u de mening dat goed gebruik van een lovs één van de instrumenten is om te werken aan betere onderwijskwaliteit en hogere leeropbrengsten?
Het hanteren van een lovs en de daarop volgende analyse met bijbehorende acties in een cyclisch model verbetert de onderwijskwaliteit.
Het verplicht stellen is een zinloze actie.
Iedere school, ieder bestuur zal/ dient (bewijsbare) kwaliteitsverbetering van het onderwijs na streven.
Vraag5
De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel beschrijft plannen voor het meten van de toegevoegde waarde/leerwinst van scholen. Daarbij wordt ook gekeken naar de functie van een begintoets (§4.3). Op den duur dienen deze elementen een grotere rol te spelen bij de beoordeling van scholen. Heeft u opvattingen over het ontwikkelen van een maat voor de toegevoegde waarde/leerwinst van het onderwijs, over de functie en inhoud van een begintoets en/of over de inrichting van pilots op dit gebied?Met de ervaringen van dit soort toetsen in bijvoorbeeld Engeland durf ik te stellen dat deze paragraaf op geen enkele wijze aansluit bij de realiteit. Zie ook de onderwijskwaliteit /opbrengsten in bijvoorbeeld Finland. Hoezo leerwinst en schoolbeoordelingsinstrumenten. Weg met zo'n onzin paragraaf