Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs.

Reactie

Naam geen (dr. H. van der Weijden)
Plaats Oudorp (Alkmaar)
Datum 18 maart 2011

Vraag1

Wilt u aangeven in welke hoedanigheid u onderstaande vragen beantwoordt (leerkracht po, bestuurder po, schoolleider po, leerkracht vo, bestuurder vo, ouder, of anders?
anders, onderwijspedagoog en oud-inspecteur van het onderwijs

Vraag2

Vindt u het een goede keuze dat de centrale eindtoets alleen Nederlandse taal en rekenen-wiskunde toetst, of bent u van mening dat ook wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde en natuur, waaronder biologie) deel moet uitmaken van de eindtoets?
Ik ben van mening dat er helemaal geen (verplichte) eindtoets voor het basisonderwijs moet komen. Toetsen zijn alleen voor diagnostisch gebruik van de professionals. Zij interpreteren de toetsscores van individuele leerlingen naar adviezen om het onderwijsleerproces te bevorderen en om schooladviezen te verstrekken. De toetsscores gaan niet naar derden (overheid, inspectie, voortgezet onderwijs).

Vraag3

Op de meeste basisscholen (85%) leggen leerlingen in groep 8 nu in de eerste week van februari de Cito-eindtoets af. Wat vindt u van het voorstel en de argumenten om de eindtoets niet meer in februari af te nemen, maar in de periode tussen half april - half mei?
Scholen worden vaak gedwongen door besturen en inspectie om de Cito-eindtoets af te nemen. Een en ander om de schoolscore te bepalen. Dat is een oneingelijk gebruik. Veel scholen hebben al genoeg onafhankelijke gegevens van toetsen die bij de advisering naar het voortgezet onderwijs een rol kunnen spelen. Dat kan zijn het cito-leerlingvolgsysteem en/of de entreetoets van het cito in groep 7. Feitelijk als scholen deze drie toetsen afnemen en dat gebeurt maar al te vaak dan zijn er drie eindtoetsgegevens. De eindtoets is dan overbodig (geeft cito ook aan). Als een school voor voortgezet onderwijs naast het wettelijk verplichte eindadvies van de basisschool nog een criterium nodig heeft dan is dat het probleem van het voortgezet onderwijs en niet van het basisonderwijs. Basisscholen moeten hun eigen advies goed opbouwen zorgen voor een 'warme' overdracht. Daarin speelt een verplichte eindtoets geen rol.
Nu al is het zo dat scholen die de eindtoets afnemen problemen krijgen met de motivatie van leerlingen om ze aan het werk te houden. Het werk is immers gedaan; de eindtoets is afgelegd. Verplaatsing naar de maand mei is beter, maar dan blijft het probleem nog bestaan. Kortom er gaat minstens één of twee maanden kostbare onderwijstijd verloren. Ook het vele toetsen vraagt onderwijstijd. Driemaal overbodig toetsen gaat ten koste van gedegen instructie. Scholen die dat doen (veel toetsen) moeten een onvoldoende krijgen voor de indicator 'nuttige besteding van de onderwijstijd.
Nogmaals verplichte eindtoets nooit aan beginnen.

Vraag4

Wat vindt u van het voornemen om voor alle scholen het systematisch werken met en het toepassen van een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) verplicht te stellen?
Deelt u de mening dat goed gebruik van een lovs één van de instrumenten is om te werken aan betere onderwijskwaliteit en hogere leeropbrengsten?
De huidige verplichting om leerlingen in hun ontwikkeling met adequate middelen te volgen is voldoende. Hoeft dus niet in de wetgeving aan gescherpt te worden. Een goede systematiek verhoogt de bijdrage aan het optimaliseren van het onderwijsleerproces en kan daarmee de prestaties van leerlingen positief beïnvloeden. Vooral door het stimuleren van de intrinsieke motivatie wordt het onderwijsproces beter en worden de leeropbrengsten hoger. Externe middelen (toetsing, stress, protocollen en programmagericht aansturing - los van individuele mogelijkheden van leerlingen) beïnvloeden de kwaliteit van het onderwijs in negatieve zin.

Vraag5

De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel beschrijft plannen voor het meten van de toegevoegde waarde/leerwinst van scholen. Daarbij wordt ook gekeken naar de functie van een begintoets (§4.3). Op den duur dienen deze elementen een grotere rol te spelen bij de beoordeling van scholen. Heeft u opvattingen over het ontwikkelen van een maat voor de toegevoegde waarde/leerwinst van het onderwijs, over de functie en inhoud van een begintoets en/of over de inrichting van pilots op dit gebied?
Nooit aan zo'n wangedrocht als een begintoets in groep 3 beginnen. Scholen afrekenen op de leerresultaten van leerlingen (opbrengsten) is onverantwoord als de instroom van leerlingen, de leerlingenpopulatie heel duidelijk is. Een dergelijke problematiek is (wetenschappelijk) nog zo slecht onderbouwd, dat daarop geen beslissngen genomen mogen worden. De waarde die onderwijs aan de ontwikkeling van het kind toevoegt, is nog niet te meten met een factor als opbrengsten. Kwaliteitverhogend is de kwaliteit van de leraar en het door hem/haar georganiseerde leerproces. Factoren als gedegen instructie, intrinsieke motivatie van de leerling, uitdaging, stimulering en niet die van repressie, toezicht en controle bepalen kwalitatieve voortgang van de ontwikkeling van een kind.

Bijlage