Wetsvoorstel Erfgoedwet

Reactie

Naam ArcheoMedia bv (Arnicon-groep) (ing. A.J. van der Mark)
Plaats Capelle a/d IJssel
Datum 14 juli 2014

Vraag6

In welke mate denkt u dat het invoeren van een stelsel voor wettelijk geregelde certificering in de archeologie leidt tot de verbetering van de kwaliteit van archeologisch onderzoek?
Dat zal niet tot verbetering leiden omdat:
1. de selectie van te onderzoeken locaties is onvoldoende strak geregeld. Vrijstellingsgrenzen van gemeenten verschillen heel sterk. Daarnaast zijn er geen normdocumenten die scherp beschrijven wat de onderzoekstrategie en onderzoekinspanning dienen te zijn om op verantwoorde wijze voldoende informatie te verzamelen om de selectie op te baseren (zie als voorbeeld NEN 5725 en NEN 5740)
2. er is op landelijke schaal, op rijksniveau, geen bodem gelegd in de wijze waarop gemeenten komen tot een selectie van te onderzoeken locaties en perioden.
3. gemeenten hoeven als bevoegde overheid niet te voldoen aan dezelfde archeologisch inhoudelijke eisen als het archeologisch onderzoekbureau, waardoor de bovengenoemde selectie en de kwaliteit van het archeologisch proces niet voldoende geborgd zijn (kennisniveau, archeologisch inhoudelijk niveau en wetenschappelijk niveau zijn niet geborgd en mede vanwege bovengenoemde punten 1. en 2. zeker noodzakelijk)
4. het Programma van Eisen valt buiten de scope van de certificering en mede gezien punten 1., 2. en 3. zal dit eerder tot een vermindering dan een verbetering van kwaltieit leiden
5. Opdrachtgevers/initiatiefnemers/verstoorders worden uitgelokt om na de uitvoering van veldwerk het contract met het onderzoekbureau te stoppen en niet voor de uitwerking van het veldwerk te betalen omdat zij niet verantwoordelijk zijn voor de oplevering van het eindrapport binnen 2 jaar na afloop van het veldwerk. De meeste gemeenten voeren dit eindrapport niet als vereiste op in de voorwaarden voor het verlenen van de bouwvergunning. Daarom voelen opdrachtgevers de druk van de 2-jaarstermijn niet en de overeenkomst voor de uitvoering van het onderzoek is een civielrechterlijke. Dat laatste betekent dat een opdrachtgever de overeenkomst tussentijds mag opzeggen, waarbij hij dan wel de uitvoerder/aannemer in principe schadeloos moet stellen voor de gederfde WINST (dus niet OMZET). Dit heb ik reeds in enkele procedures bij verschillende rechtbanken tot mijn schade ondervonden.